Gelet op de onderwerpen, is het niet verwonderlijk dat veel deelnemers vanuit een persoonlijke motivatie aan de hackaton deelnemen. Mark Bollen, Innovation Designer bij TomorrowLab, merkt dat ze zich heel goed bewust zijn van het feit dat de thema’s een globale uitdaging voor de komende generaties zijn. ‘Ze worden persoonlijk geraakt door de thema’s, maar weten niet altijd goed hoe ze ermee aan de slag moeten gaan. Daarmee willen we hen helpen.’
Jan Leyssens, co-founder van Switchrs en expert circulaire economie, focust als jurylid tijdens de hackaton vooral op de marktpijnen. ‘Ik wil zien welke pains ze met hun ideeën oplossen. Intrinsieke motivatie is een belangrijke drijfveer, maar een idee is pas relevant als het een oplossing biedt voor een structureel probleem en als die oplossing duurzaam is. Elke idee, elke onderneming, elke innovatie moet per definitie duurzaam zijn, of het zal niet relevant zijn in de toekomst. Good business moet better business zijn.’
‘Eigenlijk krijgen deelnemers een soort Zwitsers zakmes mee dat hen helpt om in de toekomst met ideeën, problemen of uitdagingen om te gaan. Ze leren hier wat een lean canvas is, hoe een customer journey eruitziet, hoe ze van een probleemstatement tot een idee komen, waar de zwaktes van hun idee zitten, hoe ze hun idee pitchen…’, licht Bollen toe.
‘De meeste deelnemers hebben die kennis niet’, vult Leyssens aan. ‘Het boeiende aan een hackaton en aan innovatie is dat het geen rocket science is. We hebben innovatie te lang overgelaten aan ontwerpers, researchers en ingenieurs. Maar eigenlijk is het een manier om naar een probleem te kijken. De essentie van innovatie is een nieuwe benadering te vinden voor een probleem en daardoor nieuwe opportuniteiten te zien, zoals een ondernemer dat doet.’
De grote moeilijkheid daarbij is loskomen van de eigen context. De experten moeten de deelnemers echt wegtrekken uit het heden. Bollen: ‘We proberen dat er al van bij het begin in te hameren en blijven hen daaraan herinneren. Het is de rol van onze experts om de ideeën van de deelnemers zoveel mogelijk te stretchen, zodat ze wat futuristischer en radicaler worden. Als je dat niet doet krijg je vaak ideeën die dicht bij het heden liggen en die waarschijnlijk al ergens bestaan.’
Daarom worden de criteria waaraan de ideeën moeten voldoen heel duidelijk gesteld. Een idee moet impact creëren: je moet er veel mensen mee bereiken. Het moet radicaal zijn, en dus geen incrementele innovatie. Het moet inspirerend en concreet zijn en ten slotte ook realistisch tegen 2030.
Het moet een probleem oplossen dat zich dan gaat stellen. Dat impliceert niet alleen dat de deelnemers aan de hackaton een goed beeld moeten hebben van concrete problemen waarmee de samenleving binnen tien jaar geconfronteerd zal worden, maar ook dat ze los moeten komen van huidige technologische mogelijkheden.
‘Tien jaar vooruitdenken is waanzin’
Bollen: ‘De technologie is niet het belangrijkste aspect van het project. Technologie kan daarbij helpen als hulpmiddel maar kan niet het doel op zich zijn, we zijn op zoek naar systemische veranderingen, naar gedragsveranderingen en verandering van mindset.’
‘Om dat te bereiken geef ik deelnemers input en maak ik hun ideeën vooral wat time horizon betreft radicaler. Tien jaar vooruitdenken is immers waanzin’, zegt Leyssens. ‘Ga zelf maar na: tien jaar geleden was er van Tesla nog geen sprake en was de eerste iPad net ontwikkeld. We leven nu in een compleet andere wereld. Daarom zal ik de mensen context geven waarin ze niet mogen vertrekken vanuit het heden.’
De innovatie-experts stretchen de deelnemers en hun ideeën, maar bewaken toch vooral de methodiek en de vooruitgang van het innovatieproces. ‘We vermijden dat ze te lang discussiëren en zorgen dat ze met de juiste dingen bezig zijn, dat ze de rollen goed verdelen, dat ze focussen op de juiste aspecten van hun idee’, aldus Bollen.
‘Het gaat vooral om wat ze morgen meenemen naar huis of naar het werk’
‘Innoveren is vallen en opstaan. Maar als we zien dat hun ideeën te braaf of te fluffy zijn, zullen we hen wel een boost geven. We inspireren, maar proberen de inmenging zoveel mogelijk te beperken. Ze moeten immers owner blijven van hun eigen ideeën.’
Deelnemers bouwen tijdens zo’n hackaton natuurlijk ook een netwerk van gelijkgestemden op. Op een onafhankelijke plek, weg van hun professionele context kunnen ze vrij spreken, freewheelen, dromen… los van praktische beperkingen én met ondersteuning van experts.
‘Mensen met dezelfde drijfveren vinden elkaar hier. Er hangt een positieve, gemoedelijke vibe onder de deelnemers. Het zou mooi zijn, als de deelnemers ook later nog contact hebben met elkaar om hun ideeën uit te werken’, zegt Bollen. ‘Het gaat mij vooral om wat ze morgen meenemen naar huis of naar het werk. En dat is in de eerste plaats een toolkit, enthousiasme en een nieuw netwerk waarmee ze hopelijk verder aan de slag gaan.’
Daar zit volgens Leyssens ineens ook de grote moeilijkheid van een hackaton. Deelnemers zijn inderdaad enthousiast en worden in een creatieve context geplaatst die innovatie bevordert, maar terug thuis of op het werk moeten ze hun idee wel oppakken en verder uitwerken in een omgeving die minder inspirerend is en waar ze weer geconfronteerd worden met de routines en klussen van elke dag.
Leyssens: ‘Een hackaton is innovation on speed, je ziet de deelnemers en hun ideeën echt groeien op twee dagen tijd. Maar een hackaton is niet het echte werk. Als er na vandaag niemand zijn of haar idee oppakt, dan stopt het hier. Je moet met je idee ook iets doen wanneer je terug op je werk bent, wanneer de ondersteuning wegvalt. Innovatie komt niet vanzelf. Je moet er actief mee bezig blijven.’