In een wereld waar – vaak zelfs letterlijk – alles met alles verbonden is, kan je niet over Smart Health praten zonder over Smart Living, Smart Mobility, Smart Cities…. te hebben. ‘Het is uiterst belangrijk dat Smart Health een onderdeel is van al die zaken’, zegt Rudy Mattheus voorzitter van de Vision Board.
Om de toekomst van de gezondheidszorg in dat grotere geheel vorm te geven, richtten Curam Domi en Living Tomorrow een vision board op rond Smart Health. ‘We zijn geen voorspellingscentrum’, zegt Joachim De Vos, CEO van Living Tomorrow. ‘Maar we willen wel met mensen die veel ervaring hebben in relevante sectoren de juiste accenten leggen op innovatie en participatie.’
‘Bij de term innovatie denk je al gauw na over je producten en diensten. Maar innovatie gaat ook over je modellen. Smart is een label dat op een ecosysteem plakt, in dit geval wordt het ecosysteem vanuit gezondheid gedreven, maar sommige componenten uit het ecosysteem zie je ook elders in andere ecosystemen’, aldus Mattheus.
‘Er zijn honderden voorbeelden in de gezondheidszorg waar enorme vooruitgang wordt geboekt: robotisering, virtual reality, AR… hebben allemaal een impact op de gezondheidszorg. Maar bij elke innovatie stellen we ons de vraag welk doel het heeft’, zegt De Vos.
‘Voor een betere outcome wil je graag meer betalen, maar de kosten mogen niet ontsporen’
Er zijn vier elementen die je onder de loep moet houden wanneer het over gezondheid en zorg gaat. Dat zijn tegelijk de vier doelstellingen van innovatie in de gezondheidszorg.
De eerste is vooruitgang: het resultaat van de innovatie moet beter zijn dan wat er al was. De tweede is de patiëntenervaring. ‘Die moet zo goed mogelijk zijn’, aldus De Vos. ‘Een invasieve colonoscopie is erg onaangenaam voor de patiënt. Maar er bestaat nu een pilcam die het onderzoek een stuk aangenamer zouden kunnen maken. Dat is een zinvolle innovatie.’
Ten derde moet de innovatie de kosten van gezondheidszorg verlagen. ‘Dat is relatief’, nuanceert De Vos, ‘want voor een betere outcome wil je graag meer betalen, maar de kosten mogen niet ontsporen.’ En tot slot moeten innovaties ook het werk van de mensen in de gezondheidszorg vergemakkelijken.
Een vision board moet natuurlijk een doel, een horizon hebben, ander is het niet veel meer dan een praatbarak. ‘Het uitgangspunt wordt de patiënt in 2030 en de vraag wat nuttig is voor hem of haar’, licht Mattheus toe. ‘Als je iets ontwikkelt, moet het toegevoegde waarde creëren. We gaan geen apps maken die perfect werken en wetenschappelijk onderbouwd zijn, maar die niemand gebruikt omdat ze geen toegevoegde waarde bieden.’
‘We gaan geen apps maken die niemand gebruikt omdat ze geen toegevoegde waarde bieden’
De focus op de patiënt heeft voor innovatie een grotere impact dan je op het eerste zicht zou denken. Mattheus illustreert: ‘Een smartwatch die je zuurstofsaturatie meet is niet bruikbaar voor een anesthesist in de context van een hospitaal. Maar het kan wel belangrijk zijn om mensen thuis op te volgen.’
‘We willen een visie op de patiënt in 2030 ontwikkelen en daar een concreet doel aan koppelen’, zegt Mattheus. ‘Dat doel is dat de patiënt in 2030 geen patiënt meer is.’ Precies daarom hecht de Vision Board zoveel belang aan opvolging, preventie, genetische beeldvorming en vroegdetectie.
‘We gaan hanteerbare voorbeeldscenario’s ontwikkelen, bijvoorbeeld voor mensen die chronische zorg nodig hebben. Die zorg is duur, en zelfs met huidige innovaties in medicatie is het een uitdaging om op de meest efficiënte manier de medicatie bij de patiënten te krijgen en ervoor te zorgen dat ze die ook perfect innemen. Als ze dat niet doen heeft dat vooral met patient expercience, patient empowerment en health literacy te maken.’
Technologie maakt het mogelijk om de kleinste vooruitgang te meten en te tonen, bijvoorbeeld op een smartwatch. Dat kan mensen motiveren om vol te houden. ‘Vijf, zes jaar geleden moesten diabetespatiënten nog dagelijks prikken, nu kunnen ze zichzelf permanent monitoren, er is een insulinepomp, er komt een retinascan… Zulke zaken hebben een grote impact op de patiëntenervaring en op hun motivatie’, zegt De Vos.
‘We willen start-ups, kennis-instellingen, overheden en universiteiten bijeenbrengen’
‘Ik hoorde vroeger vaak dat ik iets aan mijn gewicht moet doen’, gaat Mattheus op zijn beurt verder. ‘Het is pas als je constant alles meet dat je de impact van die extra kilo’s op je gezondheid merkt. Op een gegeven moment begin je er daardoor toch iets aan te doen. Ik viel 22 kilo af en ik was kwaad op mezelf omdat ik niet eerder die moeite had gedaan. En hoewel ik al lang besefte dat ik iets moest doen, werd ik toch pas empowered door geconfronteerd te worden met normale waarden.’
‘Als je smartwatch je op het einde van de dag zegt dat je bijna niet gestapt hebt, ben je sneller geneigd om ’s avonds nog eens te gaan wandelen’, zegt Mattheus. ‘Het is het eenvoudigste voorbeeld om aan te tonen dat technologie ons helpt. We wisten zonder een smartwatch ook wel dat we te weinig gestapt hadden, maar we werden niet gemotiveerd om er iets aan te doen. Dat je op de app Strava je resultaten deelt met anderen, helpt natuurlijk ook.’
Uiteindelijk moet de Vision Board een wetenschappelijk onderbouwde kennisomgeving in een duidelijk afgebakende sector worden, een soort living lab. ‘We hebben een unieke set-up van alle ervaring die aanwezig is bij Living Tomorrow. De Vision Board is het platform dat het grotere framework creëert’, zegt Mattheus.
Binnen dat framework werkt Living Tomorrow in drie fasen. ‘Eerst moeten we mensen bewust maken van de huidige stand van zaken, met uitdagingen als vergrijzing, toegenomen chronische ziektes, te kort aan handen in de zorg, betaalbaarheid van de zorg…’, gaat hij verder.
‘In een tweede fase kijken we naar oplossingen: hoe kan innovatie een antwoord bieden op die uitdagingen. Ten derde willen we een connecterend platform zijn. Door start-ups, kennisinstellingen, overheden, universiteiten bijeen te brengen, zodat ze op zijn minst beginnen te praten met elkaar.