Op voetbal en chocolade na zijn er weinig domeinen waar België tot de wereldtop hoort. Ook op het vlak van innovatie scoren we laag, ondanks de inspanningen van de vele tech start-ups die ons land telt. In de jongste editie van de Innovation-index van WIPO & INSEAD vind je ons land op de 23e plaats terug. Dat is globaal gezien lang niet slecht, maar we komen een pak achter op onze buurlanden en zijn zelfs in Europa niet meer dan een middenmoter.
Een gebrek aan ambitie ingegeven door de typisch Belgische bescheidenheid? Waarschijnlijk. Maar we houden vooral nog te veel vast aan onze traditionele manieren van werken. Organisaties zijn te vaak nog in klassieke silo’s gestructureerd en ze kijken te weinig over de grenzen van hun sector en hun directe omgeving om nieuwe ideeën op te doen. Het ontbreekt onze bedrijven aan een mentale en fysieke openheid die noodzakelijk is om succesvol te innoveren.
In zijn boek The Open Organisation uit 2015 formuleerde Jim Whitehurst, CEO van Red Hat dat wereldleider is in open source-oplossingen het als volgt: ‘Door de waarden van open source te omarmen, kunnen leiders bedrijfsomgevingen creëren die snel kunnen reageren, de beste ideeën aanmoedigen, eerlijk advies krijgen en het slimste talent aantrekken en behouden.’ Het soort zinnen dat heel goed staat in managementboeken en je ook heel gemakkelijk neerpent, maar hoe doe je dat in de praktijk? Hoe ga je principes van open source software toepassen op je organisatiecultuur? Toch niet met een zoveelste agile scrumboard?
Toch wel. Onder andere. Red Hat heeft in Londen een residentieel Open Innovation Lab ingericht waar teams voor periodes van vier tot twaalf weken ondergedompeld worden in een sfeer van open innovatie en creativiteit. ‘Projectteams van onze klanten leren hier hoe ze de mindset van agile, DevOps, design thinking, lean en lean product development kunnen combineren om succesvolle producten te creëren’, zegt Tim Beattie Engagement Lead bij Red Hat (foto) tijdens een rondleiding.
‘In het ideale geval komen hier projectteams die worden samengesteld met mensen van verschillende silo’s’, gaat hij verder. ‘Na het project blijft het team best samen om de nieuw aangeleerde cultuur te promoten in hun organisatie en te schalen. Soms zien we ook dat de teams uiteengehaald worden. Ik begrijp het idee wel dat elk lid dan teruggaat naar zijn team om daar als champion uit te dragen wat hij geleerd heeft. Maar die methode blijkt zelden te werken.’
Vier weken blijkt het minimum te zijn voor een residentie. Bij een van de veel gebruikte modellen voor productinnovatie legt Beattie uit waarom. ‘In de eerste week zitten de teams in een zogenaamde discovery loop waarin vooral wordt nagedacht over het wat, hoe, waarom… In week twee komt dan een eerste delivery loop en die crasht gegarandeerd. Dan doorloopt het projectteam hetzelfde traject nogmaals met iets meer succes. En bij de derde iteratie in week vier zien we teams echt zelfstandig werken en resultaat behalen.’
Het lab is een soort incubator, die werd ontworpen om de meest innovatieve ideeën van organisaties te kickstarten. Het kan bijvoorbeeld gaan om het co-creëren van een disruptief product of het versnellen van culturele transformatie in een onderneming. ‘In het lab worden hen alle tools, methodes en kennis aangereikt om dat succesvol te doen en de teams ontdekken gaandeweg wat ermee mogelijk is. Ze ervaren hier zelf hoe een open organisatie werkt’, aldus Beattie.
Heel opvallend in het lab: er is geen enkele Red Hat-branding en alles – zelfs de kamerplanten – staan op wieltjes. ‘Onze klanten komen hier weken werken, we willen dat dit hun ruimte wordt en dat ze die voor henzelf zodanig kunnen inrichten dat het open samenwerking, co-creatie en co-innovatie stimuleert.’
Dat open co-aspect mag je heel letterlijk nemen. In het Innovation Lab werken telkens twee residentiële teams uit verschillende sectoren. ‘De eerste week werken ze nog duidelijk gescheiden, maar vanaf week twee zie je dat ze naar elkaars werk gaan kijken, er hun mening over vormen en elkaar gaan beïnvloeden en inspireren. Onlangs werkten hier gelijktijdig twee banken, concurrenten, die na een tweetal weken toch gingen samenzitten en samenwerken’, zegt Beattie.
Met het Open Innovation Lab wil Red Hat vooral bereiken dat hun klanten hun open source software beter gaan gebruiken en alle mogelijkheden ervan benutten. ‘Het leidt tot nieuwe ontwikkelingen en tevreden klanten’, besluit Beattie. Een mooie win-win dus.
De tools en methodologiën die de projectteams gebruiken in het lab, deelt Red Het, helemaal in lijn met hun open source-filosofie gewoon op het internet: www.openpracticelibrary.com.