De klassieke definitie van blended learning luidt als volgt: een leervorm waar contactmomenten afgewisseld worden met online leren. Onder dat laatste verstaan we niet online les volgen – want dat is natuurlijk ook een contactmoment – maar momenten waarop mensen op eigen tempo leerstof doornemen.
Stefan Ost is expert digitale leeroplossingen bij NXT-PRO en SYNTRA. Hij ziet blended learning toch anders: ‘Voor mij is het een learning experience waarin synchrone en asynchrone vormen van leren op een doordachte manier worden afgewisseld.
Synchroon zijn cursisten op hetzelfde moment aanwezig om les te krijgen. Terwijl er extra materiaal wordt voorzien dat ze zelf, asynchroon, kunnen doornemen op eigen tempo en wanneer het hen best uitkomt. Dat kan dan gaan om, e-learningmodules, instructiefilmpjes, maar ook korte handleidingen of stappenplannen…’
NXT-PRO streeft er vooral naar cursisten de best mogelijke leerervaring te bieden. Dat kan bijvoorbeeld beginnen met een e-learningmodule als inleiding, waarna een live interventie volgt om daarna de cursisten zelfstandig te laten werken thuis of op het werk. En misschien te laten afsluiten door een kort terugkeermoment.
‘We kunnen voor een Excel-training enkele instructievideo’s maken. De cursist kan dan starten met die vooraf zelfstandig door te nemen en al wat te oefenen’, illustreert Ost. ‘Dat heeft als voordeel dat iedereen de training begint op hetzelfde niveau en met dezelfde voorkennis. Daarna kunnen twee contactmomenten van een uur of anderhalf uur volgen. Op het eind daarvan krijgt de cursist nog een paar video’s en oefeningen mee naar huis: altijd handig.’
‘Interactie is moeilijk tussen groepen waarvan de helft online les volgt en de helft in de klas zit’
Een maand later organiseert NXT-PRO dan een terugkeermoment waarbij cursisten hun vragen kunnen stellen. ‘Alles bij elkaar duurt het misschien iets langer dan de klassieke opleiding van een halve of een volledige dag op de campus, maar het leereffect is veel groter. Mensen kunnen best onthouden wanneer ze de inhoud verschillende keren en verdeeld over de tijd herhaald krijgen.’
Vooral het terugkeermoment blijkt heel belangrijk. ‘Wanneer mensen een halve of volledige dag cursus volgen op de campus, kan het goed zijn dat het nog weken, soms zelfs maanden duurt voor ze de opgedane kennis in praktijk toepassen. Dan is het weg en hebben ze nauwelijks iets geleerd’, zegt Ost. Wanneer ze na een maand terugkomen, hebben ze het geleerde waarschijnlijk al toegepast, zijn ze op problemen gebotst, hebben ze concrete vragen… en leren ze meer.
Het is evident dat het grote voordeel van blended learning de flexibiliteit is. Ost: ‘Mensen studeren wanneer ze dat zelf willen. Ze kunnen het tussendoor doen, zelfs in het weekend. En dat is tegelijk ook een nadeel voor wie minder gemotiveerd is, want door ze die vrijheid te geven, krijg je ze moeilijker in leermodus.’
Daarom pleit Ost ervoor ook het asynchrone deel in te plannen, zodat het zeker in de agenda van de cursisten terechtkomt.
Wordt de toekomst van opleiding en training helemaal digitaal of blended? Of hunkeren mensen nu alweer naar een ‘ouderwetse’ opleiding in een klaslokaal? Volgens Ost zit de toekomst in een goede mix van leervormen. ‘Het is niet altijd even gemakkelijk geweest om alle lessen online te moeten geven en volgen. Maar zowel cursisten als lesgevers staan er nu wel voor open om meer asynchrone lessen te ontwikkelen’, zegt hij. ‘Niettemin moeten we blijven afwisselen tussen synchroon en asynchroon lesgeven.’
Er zijn uiteraard trainingen die je perfect en volledig asynchroon kunt geven. NXT-PRO doet dat momenteel vooral voor enkele specifieke bijscholingen. ‘Dat werkt, omdat de cursisten gemotiveerd zijn en al een degelijke kennis opgebouwd hebben’, zegt Ost. ‘Maar voor nieuwe materie en praktijkopleidingen zijn contactmomenten toch belangrijk.’
‘De cursisten laten kiezen of ze een cursus online of live willen volgen, is volgens mij geen goed idee. We hebben geëxperimenteerd met groepen waarvan de helft online en de helft in de klas les volgde, en het bleek heel moeilijk voor de lesgever om interactie tussen beide groepen te bewerkstellingen. Het is wel mogelijk, maar vraagt de juiste technologie en voldoende ervaring en digitale knowhow van de lesgever.’
‘Als het weer kan om op de campus les te volgen, zal er wellicht een beter evenwicht ontstaan tussen de verschillende lesvormen’, besluit Ost.