De termen agile en scrum worden vaak in samenhang en soms zelfs als synoniem van elkaar gebruikt. Toch is het niet hetzelfde, maar hoe verhoudt het zich dan tot elkaar? Hoog tijd om eens goed te kijken naar de definitie van beide begrippen. Wat zijn agile en scrum nou precies?
Agile stelt organisaties in staat om goed om te gaan met voortdurende verandering en net zo flexibel te worden als de wereld om hen heen. In die zin draait agile niet zozeer om harder, maar vooral om slimmer werken. En om het creëren van meer waarde met minder werk.
Agile is een begrip dat oorspronkelijk uit de softwarewereld komt. Aan het begin van deze eeuw stelden zeventien softwareontwikkelaars het zogenoemde Agile Manifesto op: een handvest voor softwareontwikkeling, uitgewerkt in 12 principes.
Inmiddels hebben ook tal van andersoortige organisaties de belangrijkste principes van agile werken omarmd: werken in kortcyclische stappen (zogenoemde sprints), in zelforganiserende, wendbare teams.
Na elke sprint bepaalt het team de volgende stap. Zo komt het team snel tot concrete resultaten en kan het goed inspelen op veranderende marktomstandigheden en klantwensen. Geen overbodige luxe in een wereld die steeds meer wordt gekenmerkt door beweeglijkheid, onzekerheid, complexiteit en ambiguïteit.
Inmiddels zijn er meer dan veertig verschillende agile-methodes ontwikkeld. Misschien wel de bekendste en meest gebruikte methode is scrum, die dicht bij de oorspronkelijke agile-principes blijft. Bij scrum wordt er gewerkt in zelfsturende, multidisciplinaire teams, die werken in sprints van twee tot vier weken.
Een scrum-team bestaat doorgaans uit minimaal vijf en maximaal elf personen. Daarbij krijgen de teamleden elk een bepaalde rol toebedeeld. De te verdelen rollen zijn:
Groot voordeel van scrum is – geheel in lijn met het uitgangspunt van agile – de wendbaarheid. Veranderen de wensen of eisen vanuit de klant? Dan kun je als team direct bijsturen en de prioriteiten bijstellen. Maanden werken aan een project, om er vervolgens achter te komen dat de wensen inmiddels veranderd zijn: dat is er bij scrum niet meer bij.
Maar soms is scrum niet per se de meest optimale keuze. Bijvoorbeeld omdat er nóg sneller moet worden ingespeeld op veranderende omstandigheden. Een goed voorbeeld is de klantenservice van een groot bedrijf. Die wil zijn voortdurend veranderende itemlijst simpelweg zo snel mogelijk wegwerken.
In zo’n geval is bijvoorbeeld de agile-methode Kanban beter geschikt. Daarbij is er niet (zoals bij scrum) sprake van sprints, met vaste events op vooraf bepaalde tijdstippen. Het Kanban-team focust zich in plaats daarvan alleen op datgene wat er op dát moment moet gebeuren. Is een item opgelost en afgerond? Dan gaat het team door naar het volgende item.
Een ander organisatiemodel dat steeds vaker wordt toegepast, is het Spotify-model (naar de bekende muziekstreamingdienst). Het Spotify-model is vooral geschikt voor grote organisaties, waarbinnen meerdere zelfstandige teams aan eenzelfde product of dienst werken.
Binnen het model is er sprake van verschillende dwarsverbanden tussen en over individuele teams (squads genoemd). Zo zijn er zogenoemde tribes: groepen squads die aan dezelfde of gerelateerde producten of diensten werken. Ook kan er worden samengewerkt in guilds: team-overstijgende groepen met een specifieke interesse, zoals een nieuwe tooling.
De verhouding tussen agile en scrum is dus duidelijk: scrum is altijd agile, maar agile is niet per definitie scrum. Er zijn immers tientallen agile-methodes die je als organisatie kunt inzetten.
Welke methode voor jouw organisatie het beste werkt? Dat hangt helemaal af van je specifieke organisatie, je product of dienst, en van de doelen die je jezelf stelt. Verdiep jezelf in de verschillende opties en laat je eventueel adviseren door een in agile gespecialiseerde partij. Zo weet je zeker dat je de meeste effectieve aanpak kiest.
Lees ook: