Rihanna, Lady Gaga, Michelle Obama, Juliette Lewis, zangeres M.I.A…: de lijst met sterren die al gespot werden in lingerie van het Belgische excentrieke label La Fille d’O is lang. Het merk wordt wereldwijd verkocht van Rusland tot Australië, maar maar leading lady Murielle Scherre blijft er behoorlijk nuchter onder.
Ze heeft van de keuze voor duurzame materialen en lokale productie haar handelsmerk gemaakt, en daar wijkt ze geen meter van af: ‘Het is geen of-of-verhaal, dit is de enige manier waarop ik wil ondernemen. Het alternatief – niet duurzaam produceren en delokaliseren ten koste van controle op werkomstandigheden en levenskwaliteit – is gewoon geen optie. Het lijkt zo evident voor me.’
‘Ik ben opgevoed met het besef deel te zijn van een groter geheel en met respect voor alle spullen, mensen, fauna en flora die me omringen. Ik snap niet dat duurzaamheid in 2019 nog een ‘optie’ is, alsof het een marketingtrend is, zoals koraalrood. Het zou een verplichting moeten zijn. Ik doe mijn werk graag, en omdat ik verder kijk dan mijn eigen portemonnee en ego, hoef ik me niet naar mijn werk te slepen. Het doel is duidelijk en de weg ernaartoe beter verlicht dan de Belgische snelwegen.’
Scherre wil met haar lingeriemerk vrouwen ondersteunen in de zoektocht naar hun eigen verhaal én in één moeite door ondersteunt ze zo ook de planeet en de nabije leefomgeving door een eerlijke productielijn met vooral Belgische grondsstoffen. Maar dat heeft onvermijdelijk gevolgen voor de groeicurve.
‘Op de groeicurve van een doorsnee bedrijf scoor ik geheid ondermaart. Maar dat ligt niet aan mij, maar aan de curve en de context. Ik ben zoals onkruid. Overduidelijk misplaatst in het huidige ondernemersklimaat, maar daarom niet minder veerkrachtig. Vroeger dacht ik dat ik verkeerd bezig was. Nu weet ik dat de tijd aan mijn kant staat. In 2003 maalde er geen mens om duurzaamheid. Ondertussen hebben we door dat ‘meer’ niet altijd ‘beter’ is als de essentie niet goed zit. Niemand is nog aan het wachten op het vermarkten van een mooie, maar lege doos. We willen inhoud. En terecht. Da ja: én én, inclusief die tragere groeicurve. Kunstmatig is echt niet goed genoeg voor me. Ik wil echt of niets.’
Ondertussen groeit La Fille d’O wél gestaag, ‘traag en gezond als diepgewortelde bomen’, aldus de onderneemster. ‘Ik heb geen externe investeerders, dus hoef ik aan niemand uitleg te geven. En de enige targets die we moeten halen, zijn die die we zelf bepalen. Ik weet dat onze oude klanten blijven terugkomen, en dat ze nieuwe meebrengen.’
‘Ik heb in 2003 beslist dat ik in België wil produceren en in 2019 doen we dat nog altijd. Daarmee houd ik vijf vrouwen met gouden handen aan het werk. Daarmee houden we bovendien het vakmanschap van lingerie maken in België. Daar ben ik trots op en dat maakt me blij.’
‘Het is geen of-of verhaal, dit is de enige manier waarop ik wil ondernemen’
Scherre keert zichzelf al 16 jaar een minimumloon uit omdat ze weigert haar principes overboord te gooien: ‘Vroeger keerde ik mezelf enkel loon uit als ik geen geld meer op mijn bankrekening had. Ik snap niet waarom ik meer zou moeten verdienen dan nodig is. Alles wat ik wil doen, doe ik in mijn werk. Dus ik heb graag dat de middelen binnen het bedrijf blijven. Daar zit immers mijn speeltuin.’
Op eerdere onheilsberichten in de media dat La Fille d’O met een schuldenberg van 1 miljoen euro zou kampen of dat het bedrijf een deel van de productie naar een lagelonenland zou verhuisd hebben, reageert ze verbolgen: ‘Sterke staaltjes journalistiek noem ik dat. Er is niet eens de tijd genomen om naar mijn verhaal te luisteren. Dit was een stuk gebaseerd op louter cijfers zonder context. Ik had kunnen vertellen dat een mens zich kan vergissen, maar dat dat bij te sturen valt. Ik had kunnen aangeven hoe het voelt om in België te ondernemen, hoe ik mijn nek uitsteek om een lokaal product te creëren en wat ik daar jarenlang voor opgeofferd heb.’
‘Het klopt dat ik ooit een paar samples heb laten maken in Polen om een idee te hebben of het effectief goedkoper en beter zou zijn, maar de kwaliteit van de stuks was ondermaats. En toen heb ik besloten om alles radicaal lokaal te houden. Voor alle duidelijkheid: La Fille d’O wordt al sinds dag 1 voor de volle 100 procent in België gemaakt en ik ben niet van plan daar snel verandering in te brengen.’
‘Ik produceer in België omdat ik hier een onwaarschijnlijk team van stiksters en patronenmaaksters heb’, legt Scherre uit. ‘Ze werken soms al 30 jaar aan diezelfde naaimachine, op dezelfde bewerking. Iedere stikster heeft haar eigen specialiteit en is trots op wat ze doet. Ik heb een foutenmarge van 0 procent op mijn afgewerkte stuks, eenvoudigweg omdat alles door hen al wordt nagekeken en indien nodig hersteld.’
Je kan niet verlangen van een tienermeisje in Bangladesh dat ze dezelfde trots aan de dag legt voor een stuk dat ze moet maken in weinig benijdenswaardige omstandigheden. Je kan niet verwachten dat ze dezelfde efficiëntie aan de dag legt als iemand die 30 jaar ervaring heeft. De ontwerpen die ik maak, zijn innovatief. Ik werk nooit met zijnaden en volg de lijnen van het lichaam die in alle richtingen bewegen, op manieren die geen enkel patroonmaakprogramma kan volgen. Dus ik maak al mijn patronen met de hand. Pas als ze op punt staan, worden ze gedigitaliseerd.’
‘Organisch is een understatement in mijn werk. Ik gebruik montagetechnieken uit de schoenmakerij en de corsetterie door elkaar. Je hebt vakmensen nodig eer je mijn stuks in elkaar krijgt. Bovendien werken we met oude machines die heel specifieke afwerkingen kunnen die in andere ateliers eenvoudigweg niet gebruikt worden; een soort Bokrijk in de lingeriesector, zeg maar.’
‘Ik vind het prachtig en inspirerend om met dit team samen te werken. ’s Morgens heb ik een idee en dan stap ik in mijn auto en rijd naar Deinze, Wevelgem en Kemmel en ’s avonds heb ik een beha in handen. En dan heb ik het nog niet gehad over één van de meest toonaangevende stoffenfabrikanten ter wereld die hier gewoon om de hoek woont.’
‘Familiebedrijf Liebaert maakt ontzettend innovatieve materialen specifiek voor de lingeriesector. Onze ontwerpen vragen vaak transparante, lichte materialen die intensief gebruik en onderhoud aankunnen. Alleen de beste stoffen komen in aanmerking, want anders belandt lingerie te snel in de vuilnisbak. We hebben bovendien een reparatiedienst waar je stuks zo lang je wil kan laten reanimeren. Mensen bouwen een nauwe band op met hun lingerie en ik vind het fijn om mijn klanten die service te kunnen bieden.’
Voor de Gentse onderneemster zit in het maken van een goed product nog altijd veel groei, en winst is een neveneffect: ‘Mijn prioriteit ligt absoluut bij het product. Er wordt ontzettend veel verwacht van vrouwen vandaag. Ze moeten moeder én partner én ondernemer zijn. En liefst nog in eenzelfde dag. Ik wil geen keuzes maken tussen mooi of praktisch. Ik wil alles tegelijk. Daar zit de meerwaarde van La Fille d’O: wij maken producten die compromisloos zijn: innovatief én duurzaam én naar een vrouwbeeld dat inspirerend werkt anno 2019.’
‘Als ik rondom me kijk, zijn we nog altijd de schoonheidsidealen uit de jaren 1950 aan het herkauwen. En die idealen moeten net niet duurzaam zijn. Ik zet momenteel bijvoorbeeld hard in op grotere maten. Ik maak vaak beugelloze modellen en wil die ook voorschotelen aan vrouwen met grotere borsten. Weg met de harnassen en de borsten die als kokosnoten op je ribben zitten. De enige reden voor mij om winst te maken is om meer integere en mooie producten te kunnen maken die hedendaagse vrouwen letterlijk en figuurlijk ondersteunen.’
Vorig jaar nodigden het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling van de UGent, OIKOS en The Shift de Oostenrijkse econoom Christian Felber uit in België. Murielle Scherre nam ook deel aan het debat met Felber en voelde zich voor het eerst op zakelijk gebied niet meer alleen: ‘Felber heeft namelijk een heel plausibele uitleg voor het fenomeen dat ik al 16 jaar proefondervindelijk uitwerk.’
‘De economie staat op zijn kop. We leven in een ondernemersklimaat waarbij de focus ligt op winst maken, en het product het middel is daartoe. Maar het zou omgekeerd moeten zijn: dat we producten maken die ons leven en dat van iedereen betrokken in het maakproces beter maken. De focus moet liggen op innovatie en de winst die daaruit voortvloeit, kan verdere groei stimuleren. Dat lijkt mij helemaal logisch. Het verklaart ook waarom merken zoals ik moeten knokken.’
‘Lopen maar, met een rugzak vol principes. Geen wonder dat ik trager vooruitkom’
‘Felber zegt dat als je een spel speelt, de valsspeler altijd wint. Het is voor mij heel erg moeilijk overeind te blijven in een economie waar winstbejag eén productmakers naast elkaar aan de start verschijnen. Lokale merken hebben loon- en andere lasten mee te sleuren, iets waar fast fashion-ketens zich gemakshalve van hebben ontdaan. Ze ontsnappen overal aan de dans, omdat het kan en niemand hen terugfluit. Daar ga ik dan. Lopen maar, met een rugzak vol principes. Geen wonder dat ik trager vooruitkom.’
‘Ik verbaas mij over het feit dat dat nog altijd verbazingwekkend is. Als ik het uitleg, dan vertel ik nooit iets wat mensen niet weten, maar het lijkt alsof we dat collectief vergeten als we in de winkel steevast blijven kiezen voor goedkoop. Dit is een aardverschuivende periode in de economie. We beginnen door te hebben dat het ‘ondernemersklimaat’ ook gewoon het klimaat an sich is. Daar komen brokken van. En dat maakt me ergens blij: dan is er weer plaats om te groeien!’
Focus op innovatie
‘Wat is er eigenlijk mis met traag groeien?’, wil Scherre weten. ‘Mijn organische groei gaf me wortels en takken die synchroon groeien. De wortels gelukkig altijd sterker dan de takken, anders was het mijn dood geweest. La Fille d’O is een soort zakelijke Cirque du Soleil. Ik moet voortdurend blijven bewegen en heksentoeren uithalen om sneller te zijn dan mijn omgeving. Ik moet een visionair zijn ook, want als ik het voor mijn ogen zie voltrekken, is het al te laat om te reageren. Ik hou van die dans.’
‘Vroeger was ik vooral gefocust op het creatieve deel van mijn zaak. Nu weet ik dat ik productinnovatie niet kan vermarkten in een oud kraam in de oude wereld. Alles moet vooruit: stockbeheer, prijssetting, websale, het beheer van de productielijnen, de ontwikkeling van patronen… Ik ben vaak aan de leiband gehouden door ervaren mensen die het zogenaamd beter wisten dan ik.’
‘Nu leven we in een periode waarin er zoveel verandert dat het niet erg is om geen ervaring te hebben en als een buitelende hond ergens in te duiken zonder te weten wat er komt. Daarin schuilt innovatie. Ik ben niet roekeloos, maar ik durf wél dingen te doen die nog niet eerder werden gedaan. De komende jaren wil ik vooral inzetten op de optimalisatie van onze productie, het innoveren van onze retail en het opstarten van ons eigen mediakanaal. Ik kan al niet wachten.’