Nu we ons leven weer even op de rails lijken te krijgen, wordt het stilaan duidelijk dat corona enkele heikele punten, zwaktes en problemen heeft blootgelegd of uitvergroot in onze samenleving, in onze manier van leven en in onze organisaties en bedrijven. Het lijkt alsof een oude roep naar verandering door een versterker werd gejaagd en nu veel luider weerklinkt.
‘Versterkt is inderdaad het goede woord’, zegt Katleen De Stobbeleir professor leadership aan de Vlerick Business School. ‘Ook voor corona werden bedrijven al met grote uitdagingen geconfronteerd zoals sustainability, digitalisering… Die zijn zo complex, dat je voor de oplossing ervan niet kan vertrouwen op één genie aan de top van je onderneming die de waarheid in pacht heeft. Als leider kan je niet meer denken dat je volledige zicht hebt op wat zich op de markt afspeelt. Een bank bijvoorbeeld concurreert vandaag niet alleen met andere banken maar ook met Amazon Pay en Apple Pay.’
Een alwetende en oppermachtige leider is niet langer wenselijk
Een alwetende en oppermachtige leider is niet langer wenselijk. Corona heeft dat nog scherper gesteld, omdat het een complex probleem was dat op kort termijn implicaties had op heel je business, op je medewerkers, je klanten, je supply chain… ‘Leiders moesten toegeven dat ze zo’n complex probleem niet alleen konden oplossen. Ze moesten zich kwetsbaar opstellen’, aldus De Stobbeleir. ‘Tijdens een gezondheidscrisis kunnen leiders ook uitvallen. Het was daarom belangrijk dat iedereen in de organisatie leiderschap toont, dat de bedrijfsprocessen op punt staan.’
De pandemie heeft als een soort vergrootglas onze maatschappelijke verontwaardiging uitvergroot. Bedrijven die miljardenwinsten boeken en tegelijk hun medewerkers slecht behandelen krijgen een veeg uit te pan. Bestuursleden die zichzelf een fors dividend en vette bonussen uitkeren terwijl ze zich verzetten tegen een minimale loonsverhoging, worden kop van jut. Een petitie waarin werd geëist dat Jeff Bezos (foto) van Amazon niet naar de aarde mag terugkeren na de eerste ‘toeristische’ ruimtevlucht georganiseerd door zijn bedrijf Blue Origin, had na enkele dagen al tienduizenden handtekeningen.
Is die verontwaardiging er niet altijd geweest en wordt die werkelijk veroorzaakt door recente uitwassen van overdreven materialisme en individualisme in het kapitalistische Westen? Volgens De Stobbeleir is er wel degelijk een nieuw minimum ontstaan waaraan bedrijven moeten voldoen. Het gaat dan vooral over hun impact op milieu en samenleving. ‘De verontwaardiging is er altijd geweest, vooral bij activisten. Nu is ze meer mainstream geworden’, zegt De Stobbeleir.
Het voordeel daarvan is dat ook de bereidheid om tot actie over te gaan mainstream wordt. In België heb je bijvoorbeeld de nieuwe code of governance voor beursgenoteerde bedrijven, Code 2020, waar zeer duidelijk de kaart wordt getrokken van maatschappelijke verantwoordelijkheid, duurzaamheid en goed bestuur. ‘Momenteel zijn dat nog vooral intentieverklaring zonder dat er harde cijfers aan gekoppeld worden, maar het zal wel in die richting evolueren. Het is een kwestie van tijd voor we zulke zaken heel meetbaar gaan maken.’
Er zijn nu al grote investeringsbedrijven die duurzaamheid, diversiteit et cetera als criteria hanteren om al dan niet in bedrijven te investeren. Als je bedrijf geen actie onderneemt om zijn ecologische voetafdruk te verkleinen, om voor meer diversiteit te zorgen… kan je fluiten naar hun centen. ‘Ze leggen hun eisen op en verwachten correcties wanneer bedrijven niet voldoen aan het nieuwe minimum’, zegt De Stobbeleir.
‘Raden van bestuur zijn zich vaak al heel bewust van dat nieuwe minimum’, merkt De Stobbeleir. ‘Ze zijn vaak de driver van sustainability. De problemen situeren zich vaak op het niveau van het middlemanagement. Zij moeten immers nadenken over concrete oplossingen voor de toekomst, maar tegelijk moeten ze de business draaiende houden.’
‘Leiders denken te weinig aan wie de concurrenten van morgen en overmorgen zijn’
De Stobbeleir spreekt in dat opzicht van een paradox waarmee leiders moeten leren omgaan. ‘Er komt altijd een moment waarop resultaten en duurzaamheid met elkaar zullen clashen. Als leider moet je die paradox bewust op tafel kunnen leggen. De resultaten zullen gedurende een bepaalde periode wat minder zijn, omdat je moet focussen op duurzaamheid. Maar je moet duidelijk maken dat je op allebei zal blijven focussen om op termijn naar betere oplossingen te evolueren.’
Om daar te geraken hebben leiders een andere mindset nodig. De Stobbeleir verwijst naar The infinite game van Simon Sinek. Voetbal, basketbal en dergelijk zijn finite games. Ze hebben een duidelijk begin en einde, de spelers liggen vast en het doel is winnen. Bij een infinite game is het doel zo lang mogelijk in het spel te blijven. Veel bedrijven passen een finite mindset toe op een infinite game. Het is belangrijk om in die infinite mindset te komen en stil te staan bij de beslissingen die je vandaag moet nemen om in de toekomst nog te bestaan.
‘Leiders zitten nog te veel vast in een finite game. Ze denken vooral aan hun eigen carrière, aan hoe ze kunnen winnen van hun huidige concurrenten. En te weinig aan wie de concurrenten van morgen en overmorgen zijn. Ze werken zich op lange termijn in nesten. Ze moeten nu nadenken over de purpose van hun bedrijf op lange termijn, over hun impact op de mensheid en hoe ze die zo positief mogelijk kunnen maken op een financieel haalbare manier.’