Jong geleerd is oud gedaan. Aan de andere kant: wijsheid komt met de jaren. Laatbloeiers, mensen die pas op hogere leeftijd bepaalde prestaties neerzetten, hebben last van het eerste idee. Zij bewijzen het tweede, pas later kunnen ze hun potentieel laten zien.
Er ligt tegenwoordig veel nadruk op zo vroeg mogelijk pieken en zo snel mogelijk carrière maken. Volgens Rich Karlgaard, uitgever van Forbes Magazine en auteur van het boek Late Bloomers, worden we daardoor te snel een bepaalde richting op geduwd. Terwijl het veel beter zou zijn om de tijd te nemen voor onze ontwikkeling en uitgebreid stil te staan bij wat we werkelijk willen. Persoonlijke voldoening wordt te vaak ondergeschikt gemaakt aan professionele prestaties.
David Epstein, auteur van het populaire boek Range, is van mening dat onze obsessie met specialisatie met name tot uiting komt bij helikopterouders en sommige jeugdsportcoaches. Zij moedigen kinderen – soms op extreme wijze – aan om te presteren, om ergens het allerbeste in het worden.
Epstein ziet die vroege specialisatie niet bepaald als een verdienste. Volgens hem zouden we ons juist van jongs af aan veel breder moeten oriënteren. Mensen die dat doen worden door hem generalisten genoemd. In zijn boek toont hij aan dat zij betere verbindingen kunnen leggen en creatiever en flexibeler zijn dan hun meer gespecialiseerde collega’s.
Karlgaard zit op dezelfde lijn als Epstein. De druk die kinderen vanuit hun omgeving krijgen opgelegd, werkt volgens hem alleen maar averechts en zorgt voor een toename in stressgerelateerde aandoeningen. Hij wijst er op dat onze hersenen in ontwikkeling blijven en dat sommige vaardigheden pas op latere leeftijd goed tot uiting komen.
Zo bleek uit onderzoek dat er rond je twintigste een piek is in de synaptische verwerkingssnelheid en het werkgeheugen. Karlgaard: ‘Dat zijn de vaardigheden die je nodig hebt om bijvoorbeeld een geweldige softwareprogrammeur of een succesvolle beurshandelaar op Wall Street te zijn.’
Pas later, als we in de 30, 40 of 50 zijn, komen de diepere patroonherkenning, empathie en communicatieve vaardigheden in het spel. Eigenlijk alles wat je nodig hebt om een effectieve leider te zijn. Vaardigheden die we onder de noemer ‘wijsheid’ zouden kunnen scharen, komen zelfs nog later om de hoek kijken, namelijk wanneer we in de 50, 60 en 70 zijn.
Karlgaard ziet een curve voor zich: ‘Je begint als technisch specialist als je jong bent, vervolgens groei je door naar een managementpositie en daarna word je een soort mentor en coach. Ik vind dat erg bemoedigend. In onze haast om vroeg te pieken, zijn we blind voor dat bemoedigende deel.’
Je hoeft je dus nergens voor te schamen als je een laatbloeier bent. Misschien heb je in je jeugd altijd het gevoel gehad dat je aan bepaalde verwachtingen moest voldoen en heb je je daardoor niet kunnen ontwikkelen in de richting die echt bij jou past.
Misschien heb je gewoonweg niet voldoende tijd gehad om te ontdekken wat dan datgene is dat goed bij jou past en wat jouw passies zijn. Het goede nieuws is dat het nooit te laat is om te leren. Er zijn vele, bekende en onbekende mensen, die op latere leeftijd hun weg hebben gevonden. Zij hebben hun eigen unieke gaven, passies en talenten ontdekt en weten hoe ze hun volledige potentieel kunnen benutten.
Carolien Van Bergen schreef samen met enkele collega’s de verkennende bundel Laatbloeiers. Hierin worden worden verschillende bekende laatbloeiers geportretteerd, waaronder Golo Mann (de zoon van Thomas Mann), Immanuel Kant, Arthur Shopenhauer, Charles Bukowski, Johan Thorbecke en Anna Komnena. De auteurs kozen voor deze markante persoonlijkheden omdat zij pas na hun 50ste tot hun bijzondere prestatie of productie kwamen.
Hun uitgangspunt was dat ‘een laatbloeier iemand is die op latere leeftijd zijn of haar beste kunstwerken heeft gemaakt, is gedebuteerd met een verpletterende roman, een bijzondere wetenschappelijke ontdekking heeft gedaan of filosofisch inzichten heeft opgedaan die niet mogelijk waren geweest zonder de levenservaring die eraan vooraf ging’. Soms vonden deze mensen pas op latere leeftijd de erkenning die hun doorbraak mogelijk maakte, soms kwamen ze na een periode van vergetelheid of onproductiviteit alsnog tot bloei.
Als je een laatbloeier bent, hoeft dat dus helemaal niet te betekenen dat je al die tijd hebt stilgezeten. Van Bergen: ‘Integendeel. Kijk maar naar bekende leiders als Ronald Reagan of Vaclav Havel, de oud-president van Tsjecho-Slowakije en Tsjechië. Havel was van oorsprong dichter en toneelschrijver en Reagan was acteur. Zij werden pas op latere leeftijd echt succesvol in de politiek.’
Natuurlijk zijn er ook veel mensen die op latere leeftijd tot bloei komen zonder dat zij enorme ontdekkingen doen of opzienbarende prestaties leveren. Waar het om gaat is, is dat daar niks mis mee is. Dat er minder nadruk gelegd moet worden op dat vroege pieken en die specialisatiedrang.
Het is juist goed om de tijd te nemen voor een brede zelfontplooiing en -ontwikkeling. Die levenservaring geeft laatbloeiers bovendien het voordeel dat zij minder gevoelig zijn voor wat anderen van hen denken. Zij zijn minder afhankelijk van de erkenning van anderen en hebben daardoor meer zelfvertrouwen. Van Bergen: ‘Als persoon ben je dan ook stabieler en vrijer. Als je zelf die bagage al hebt, hoeven anderen het niet aan jou te geven.’