Eén Belg op vier heeft regelmatig nachtmerries over zijn of haar manager en 16 procent zocht al hulp voor de geestelijke gezondheid na een slechte relatie met de manager. De cijfers komen uit een recente enquête van StepStone onder meer dan 5.700 Belgische werknemers.
De leidinggevende krijgt van zijn of haar medewerkers gemiddeld een 5,9 op tien voor competentie. Zelf scoren de managers zich 7,5 op 10. Slechts 24 procent van de Nederlandstalige werknemers heeft dagelijks sociaal contact met zijn of haar baas. En 33% heeft nooit of amper maandelijks sociaal contact. Eén op de vijf Belgen zou zijn of haar manager buiten de werkplek actief vermijden.
Dat is geen goed rapport voor de Belgische manager, maar wie denkt dat het gras bij de buren groener is, zit verkeerd. Het Nederlandse trainings- en adviesbureau PER4MANCE vindt dat er ook bij Nederlandse managers nog behoorlijk wat winst te behalen valt op het vlak van kwaliteit.
Het bureau was benieuwd hoe het nu echt zit met de motivatie van werknemers in Nederland. Aan het onderzoek deden 7.536 mensen mee. De resultaten zijn schokkend te noemen, laat initiatiefnemer en managing director Frits Galle weten. ‘Het probleem is niet alleen dat 10 procent van alle werknemers stress ervaart. Een groter probleem is dat 62 procent geen energie haalt uit zijn werk. Bijna 22 procent van de medewerkers gaat zelfs met tegenzin naar zijn werk en verlangt op maandag al naar het weekend.’
De omgang met de leidinggevenden blijkt een belangrijke demotiverende factor. Liefst 65 procent haalt geen of nauwelijks werkplezier uit de samenwerking met haar of zijn leidinggevende. Velen noemen hen zelfs inspiratieloos. Maar het kan nog erger.
Een kleine maar substantiële minderheid van 11 procent van alle werknemers velt een nog harder oordeel over hun manager. Ze noemen hem of haar een dictator: een dominante en dwingende persoon wiens focus voornamelijk gericht is op controle.
Galle herkent ze wel: ‘Vaak zijn dit heel afstandelijke leidinggevenden die weinig op hebben met medewerkers en kortaf en directief communiceren. Het gaat hen om doelen bereiken en daar moet alles voor wijken. Dit werkt echter averechts, medewerkers gaan hun inspanning tot een minimum beperken.’
In het boek Ik ben er helemaal klaar mee staan veel voorbeelden van organisaties die met praktische stappen de sfeer in hun organisatie verbeterden. Een softwarebedrijf dat elke maand een prijs uitlooft voor de beste mislukking. Een marketingbureau waarvan de medewerkers elkaars salaris beoordelen met een app. Streamingdienst Netflix, dat geen vakantiebeleid heeft: je mag zoveel dagen opnemen als je nodig denkt te hebben. Een directeur die een bezuinigingsronde afkondigde en het goede voorbeeld gaf door zijn Audi A5 in te ruilen voor een Skoda.
‘Het kan anders, en zo moeilijk is het niet eens om het tij te keren,’ vindt Galle. Samen met medeauteurs en managing partners Marcel van Wiggen en Gerard Vriens beschrijft hij hoe leidinggevenden zich duidelijker, meer collegiaal en mensgerichter moeten gaan opstellen. ‘Dat mag je niet alleen van ze verwachten, ik vind dat eigenlijk minimumeisen.’ Al wil hij wel benadrukken dat iedereen moet meedoen als we willen zorgen dat we allemaal meer plezier willen krijgen in ons werk.