‘Al decennialang worden we opgevoed en opgeleid met het model dat er een verschil is tussen werk en thuis, thuis is privé en werk is werk. Nu we verplicht telewerken, kunnen we dit model heruitvinden, en out-of-the-box denken’, vertelt Antoine Kerrinckx vanuit zijn home office (foto). Een eerste stap naar dat nieuwe normaal is het telewerken structureren.
‘Veel bedrijven hebben al een beleid rond telewerken, dat is ontworpen in samenwerking met de vakbonden en HR-mensen. Dit is op vrijwillige basis en gaat over het faciliteren van medewerkers die thuis willen werken. Voor de toekomst kan het omgekeerde gelden. Bedrijven gaan een aantal medewerkers verplichten om thuis te werken. Dat is een belangrijke shift.
‘Bedrijven kunnen hun mensen vandaag niet verplichten om thuis te werken’
Wat eerst een vorm van comfort was voor de medewerkers, wordt nu een must voor de business continuïteit. Dat brengt ook juridisch en politiek veel vragen met zich mee. Bedrijven kunnen hun mensen vandaag niet verplichten om thuis te werken. We doen nu aan telewerken vanuit overmacht, vanwege de maatregelen van de overheid, maar het juridisch kader is daar niet op aangepast.
Als bedrijven hun medewerkers op wettelijke basis willen vragen om thuis te werken, dan moet dat beleid juridisch verduidelijkt worden. Thuiswerken voor de lange termijn is vandaag nog ongekend. Hoe behoud je de cultuur van en de verbintenis met je bedrijf in zo’n situatie en hoe deel je de kennis? Ook het delen van de informele kennis zou georganiseerd en geformaliseerd moeten worden.
We hebben daar nu nog geen oplossing voor. Hoe je de terugkeer naar het bureau regelt, is eenvoudig, er zijn allerlei manieren om social distancing te garanderen. Maar waarom zou je na meer dan twee maanden thuiswerken meteen terugkeren naar het kantoor?’
Inderdaad, waarom zou je meteen terugkeren naar het kantoor?
‘Je moet een degelijke werkplek aan de mensen kunnen geven, wat vandaag thuis niet altijd mogelijk is. Als mensen moeten werken vanuit hun salon waar ook kinderen rondrennen, dan is dat niet eenvoudig. Niet dat die mensen per se naar het kantoor moeten terugkeren, je zou ze ook toegang kunnen verlenen via een lokale werkplek.
Ook de beschikbaarheid van middelen om te kunnen werken, is een reden. Niet iedereen heeft toegang tot printers, een kwalitatief netwerk, of een ruimte om direct contact te hebben met respect voor social distancing.
Je hebt een kantoor ook nodig voor het versterken van de connectie tussen de medewerkers, de teams en het bedrijf. Het DNA van een bedrijf is het delen van kennis, het delen van een gemeenschappelijke visie en waarden en dergelijke. Hiervoor is op een bepaald moment fysieke interactie nodig.’
Wat zal de impact van structureel telewerken zijn op kantoren?
‘Als ik vandaag kijk naar de indeling van de kantoren, dan is 70 procent om te werken en 30 procent om samen te werken. Die indeling zal de komende periode veranderen naar het creëren van meer plaatsen om samen te werken. We zullen die plekken moeten heruitvinden.
Gaat de oppervlakte van kantoren verminderen? Ja, want we zullen minder op het bureau zijn. Er komen er meer werkplekken die gedeeld zullen worden, ik denk dan aan office sharing tussen verschillende bedrijven.
Een werknemer zal zich liever verplaatsen naar een kantoor op 5 kilometer afstand waar in alle rust en met een goede connectie kan worden gewerkt, dan naar Brussel te rijden op 30 kilometer afstand. Er zal ongelooflijk veel ruimte lokaal beschikbaar zijn, want de lokale bedrijven gebruiken hun werkplekken of samenwerkingsplekken immers ook niet voor 100 procent.
Die synergie zal ertoe leiden dat er minder kantoorruimte nodig zal zijn. Er zal dus een impact zijn op de markt voor kantoren, maar ik zie vooral een verbetering van de kwaliteit en het comfort voor de medewerkers die aan het telewerken zijn.’
Hoe behoud je dan de band met de medewerkers?
Dat moet een aandachtspunt zijn. Heel veel zaken gebeuren informeel, ook heel veel knowledge sharing. Hoe ga je dat nu organiseren? Als mensen naast elkaar zitten, kunnen ze vragen aan anderen hoe ze dingen doen. Je kan naast iemand zijn scherm gaan zitten en het uitleggen, maar dat gaat niet met een videovergadering. Er moet een serieuze reflectie komen op welke manier dergelijke informatie doorgegeven kan worden.
Die vraag stellen we ons bij Atos al langer, omdat we mensen hebben die bij klanten werken, soms jarenlang. Die dichter bij de cultuur van de klant staan, dan bij ons. Als morgen de hele populatie in die situatie is, dan moeten we de vraag stellen hoe kunnen we dan de cultuur van ons bedrijf door blijven geven? Hoe creëren we dan het imago, de waarde, het DNA van ons bedrijf? We moeten de overdracht van die cultuur volledig herdenken.
Hoe overbruggen we de afstand? Daar wordt nog niet over nagedacht, niet bij bedrijven, niet bij de politiek, niet bij de universiteiten. Maar deze maatschappelijke transformatie komt sneller dan gedacht. Wat zijn de noden van de medewerkers en werkgevers bij structureel telewerken, hoe komen we daaraan tegemoet? Dit is het moment om de krachten te bundelen, om deze transformatie te laten slagen. Les planètes sont alignées.
Deze generatie krijgt de kans om het anders te doen op alle vlakken: het herdenken van de relatie tussen werkgever en werknemer en de fundamenten van management met de nodige impact op mobiliteit en immobiliën. We hebben niet een volledig wit blad voor ons, maar we kunnen wel bijdragen aan het nieuwe normaal. We hebben een enorme opportuniteit, laten we de kans grijpen.’
Wat gaat u zelf anders doen?
‘Ik geloof niet dat wij morgen op dezelfde manier zullen teruggaan naar het werk van gisteren. Er zal minder fysiek contact mogelijk zijn met medewerkers. Daarom wil ik elke uitwisseling met de medewerkers constructiever maken. Ik wil meer waarde geven aan de fysieke ontmoetingen en uitwisselingen met medewerkers. En die fases van uitwisselen en niet-uitwisselen ook beter gaan structureren. Wat vroeger normaal was, zal eerder een uitzondering worden.’