De tijd dat mensen gingen werken om in basisbehoeften te kunnen voorzien ligt in ons welvarende Westen ver achter ons. Vandaag brengt een baan ook structuur in onze dag en zorgt voor een groot deel van onze sociale contacten. In het ideale geval geeft een job ook zin aan ons bestaan.
Hier is een belangrijke rol weggelegd voor organisaties, die als het ware zingevers moeten worden. Volgens Jochanan Eynikel zijn verhalen de basis van zingeving in je organisatie. ‘Verhalen die resoneren en blijven plakken in de groep vormen de narratieve identiteit van een organisatie. Ze lichten een stukje van de ziel van de organisatie op’, schrijft hij in zijn boek Check in.
Dat klinkt wat fluffy beseft ook Eynikel: ‘Als zingeving serieus wil genomen worden in de bedrijfswereld, moet het ook concreet worden.’ Daarom geeft hij vier stappen naar zingeving via storytelling en hij waarschuwt leidinggevenden er onmiddellijk voor die niet te gebruiken als managementtool of checklist. Omdat je dan dreigt te vervallen in checklistmanagement en dat is net een van de dingen die medewerkers als onzinnig ervaren.
In professionele context spelen mensen gemakkelijk een rol vanuit hun formele functie. Je moet mensen eerst uit die rol kunnen trekken vooraleer je aan zingeving kunt doen. Dat doe je best via een persoonlijke check-in, meent Eynikel. Bij het begin van gesprekken en meetings moet je je medewerkers de kans geven iets over zichzelf te delen. Je heeft gehoor aan individuele verzuchtingen en spanningen, zodat die van de baan zijn.
Zo’n check-inronde heeft drie functies, stelt Eynikel. Het levert informatie op over hoe anderen zich voelen. Het geeft iedereen ook een plaats in de groep en het zet de toon voor het vervolg van het gesprek door veiligheid en vertrouwelijkheid te scheppen.
Werk is zinvol wanneer mensen zichzelf terugvinden in hun job, wanneer ze hun vaardigheden kunnen ontplooien of werk uitvoeren dat aansluit bij hun persoonlijke waarden. Als organisatie moet je op zoek gaan naar verhalen waarin medewerkers de zin en de betekenis van hun werk ten volle ondervonden. Naar projecten of situaties die een gedeelde positieve energie opwekten. Door die ervaringen met elkaar te delen, komt datgene naar boven wat het team en elk individu zin en energie geeft. ‘Van daaruit kun je kijken naar factoren die die ervaringen teweegbrachten’, aldus Eynikel.
Die factoren, verhalen en momenten vormen het spirituele kapitaal van je organisatie. En hoe meer je dat kapitaal aanboort, hoe meer je organisatie haar rol als zingever kan waarmaken. Het legt de verbinding tussen het individu en zijn bijdrage aan het grotere geheel.
‘Verhalen creëren coherentie tussen de activiteiten en de doelen van de organisatie’
Dat het verhaal van je organisatie vanuit de missieverklaring of de historiek vorm gekregen heeft, betekent niet dat het een gedeeld verhaal is waarin je medewerkers zich vandaag nog herkennen. Vaak zijn de missie en de waarden van de organisatie zelfs niet bekend bij de medewerkers, laat staan doorleefd.
‘Het loont daarom de moeite om te kijken naar de patronen, waarden en opvattingen die het gedrag en de samenwerking in de organisatie als gemeenschap bepalen. De vind je niet aan de muren van de onderneming maar in de praktijk zelf’, schrijft Eynikel. De narratieve identiteit van een organisatie wordt gevormd door wat mensen (medewerkers, klanten, leveranciers, de publieke opinie…) erover vertellen. Die verhalen creëren coherentie tussen de activiteiten en de doelen van de organisatie. De narratieve identiteit maakt je organisatie uniek.
Tot slot moet je de narratieve identiteit van je organisatie integreren in de dagelijkse praktijk en de bedrijfsdoelstellingen. Dat doe je volgens Eynikel met kleine en grote acties die de diepere onderstroom van de organisatie aan de oppervlakte tastbaar en zichtbaar maken: successen vieren, een maatschappelijk doel steunen… Het zijn acties die de inspiratie van de organisatie zichtbaar maken, initiatieven die de waarden levend helpen te houden en de maatschappelijke betekenis van het bedrijf tonen.
‘Een authentieke, integere organisatie heeft zoveel mogelijk raakvlakken tussen haar ziel en haar zakelijke opdracht. Datgene waar de organisatie voor staat en datgene wat de organisatie doet, stromen synchroon. Dan worden betekenisgerichte bedrijven ook bezielende bedrijven’, besluit Eynikel.