Hij was doodongelukkig. Hoeveel bezit hij ook vergaarde, het was niet genoeg. Nadat hij op een avond met een muisklik twee vintage Rolls-Royces had gekocht, realiseerde Mo Gawdat zich dat hij wanhopig bezig was ‘het gat in zijn ziel op te vullen’.
Daarop besloot de Google-topman systematisch zijn sombere buien te onderzoeken. Hij was tenslotte data-analist. Hij spitte alle onderzoeken naar geluk door, maar vond ook daar het antwoord niet.
De dood van zijn 21-jarige zoon Ali door een medische misser in 2014 betekende een keerpunt. Gawdat weigerde de rest van zijn leven ongelukkig te zijn en veranderde zijn gedachten: in plaats van op te gaan in het gemis van zijn zoon richtte hij zijn aandacht op de jaren die hij wel met hem had gehad. ‘Wij voelen als gezin uiteraard nog steeds verdriet, maar we hoeven onszelf niet te martelen en het verdriet steeds weer op te zoeken’, zegt hij tijdens een interview in Amsterdam, waar hij een aantal lezingen geeft. ‘Er zal altijd tegenslag of verdriet zijn. De wereld is er niet op ingericht om het jou naar de zin te maken. Het is aan jou hoe je daarmee omgaat.’ Hij had Ali beloofd zijn werk voort te zetten en zoveel mogelijk mensen gelukkig te maken. Het resulteerde in het boek: De logica van geluk, een wereldwijde bestseller.
De missie om tien miljoen mensen te bereiken is inmiddels bijgesteld. Gawdat streeft nu naar een miljard gelukkige medemensen via onebillionhappy.org. ‘Dat is goed mogelijk’, zegt hij. ‘Ik werk niet voor niets bij Google. Daar denken we alleen in miljarden, anders beginnen we er niet eens aan. Ik heb bijna nog nooit een target niet gehaald en als we het niet proberen, weet je zeker dat het niet lukt. Een miljard begint nog altijd bij één.’
Ons brein is als een operationeel systeem dat in vergelijkingen denkt, aldus Gawdat. Als het leven niet aan onze verwachtingen voldoet, zijn we ongelukkig. Dus moeten we onze verwachtingen bijstellen. Zo simpel is het. We worden allemaal gelukkig geboren, stelt hij: ‘We zijn als een machine die het nog goed deed toen die uit de fabriek kwam. Het probleem ontstaat als we het systeem verkeerd gebruiken en daar diverse apps aan toevoegen die het systeem onnodig belasten.’ Wij zijn zeker niet onze gedachten of ons brein, meent Gawdat. ‘Ik ben de baas over mijn brein.
Wij zijn zeker niet onze gedachten of ons brein, meent Gawdat. ‘Ik ben de baas over mijn brein. We kunnen ons brein vertellen dat het nuttige gedachten moet produceren en dat het niet moet blijven hangen in oordelen over wat er anders of beter moet zijn. Ik heb er niets aan als mijn brein mij vertelt dat iets niet deugt waar ik geen invloed op heb, zoals het weer.’
Het brein is gericht op overleving. Het zorgt ervoor dat je gevaar herkent. ‘Waar we vroeger bang waren voor een tijger, zijn we nu bang voor een tekort aan likes op Facebook. De huidige gevaren, kortom, zijn illusies. Er zijn zoveel mensen die ten onrechte denken dat iets gevaarlijk is of negatief bedoeld wordt. Als je leidinggevende je niet gedag zegt, vrees je algauw dat hij je niet goed vindt en binnenkort zal ontslaan, maar misschien heeft hij die dag gewoon buikpijn.’
Voor een groter geluksgevoel heb je soms alleen andere informatie nodig. Gawdat geeft het voorbeeld van Google, waar werknemers ontevreden waren over het salaris.
Tot duidelijk werd gemaakt wat het bedrijf buiten het salaris doet, bijvoorbeeld dat het ouderschapsverlof goed is geregeld of dat de was voor werknemers wordt gedaan. Dan kun je ergens anders wel meer verdienen, maar wordt er niet per se beter voor je gezorgd.
Laat één ding duidelijk zijn: geluk is geen luxeprobleem of soft onderwerp. Gawdat: ‘Alle onderzoeken geven hetzelfde beeld: gelukkige medewerkers zijn productiever, minder vaak ziek en zorgen beter voor hun klanten.
Het volledige interview met Mo Gawdat is gepubliceerd in MT magazine.