Je vertrekt ’s morgens naar je werk en je weet dat je die dag drie belangrijke zaken moet doen. Opeens is het vijf uur en besef je verbijsterd dat je nog geen enkele taak aangepakt hebt. Vragen en prioriteiten van collega’s en medewerkers hebben jouw werkdag bepaald. Herkenbaar? Je staat niet alleen.
De komst van sociale media en nieuwe technologieën heeft er voor gezorgd dat we op heel veel verschillende manieren continue en in real time met iedereen kunnen communiceren. Terwijl we vroeger meerdere communicatiemiddelen nodig hadden, doen we dat nu vaak via één toestel. We noemen dat digital convergence. Als je bijvoorbeeld ’s morgens op de trein beslist om naar een podcast te luisteren, moet je over een sterke wilskracht beschikken om niet ook nog even snel je emails te lezen.
Dat alles vormt een regelrechte aanslag op de controle over onze eigen aandacht. Uit schrik om iets te missen, springen velen van ons van de ene gedachte naar de andere, van de ene taak naar de andere, van het ene toestel naar het andere. Met een gespleten aandacht als resultaat. Eigenlijk zijn we non-stop aan het multitasken. Niet alleen hebben we meer tijd nodig om een taak af te werken, maar ook de kwaliteit van het gepresteerde is lager. Geen enkele taak krijgt nog onze volledige aandacht en het constante switchen ondermijnt onze focus. Het is zoals bij elke andere vaardigheid: oefening baart kunst. Maar hoe minder we oefenen om aandachtig te zijn voor een langere periode, hoe meer onze capaciteit om te focussen afneemt.
Hoog tijd voor een andere aanpak. Eentje waarbij de information age baan ruimt voor de attention age. Succesvolle leiders zien in dat aandacht nu de meest waardevolle handelswaar wordt en focus de voornaamste competentie. Maar hoe doe je dat in de praktijk, zelf terug meester worden van je eigen aandacht en je medewerkers helpen focussen? Door je proactief op te stellen in plaats van reactief. Reageren betekent de controle afgeven. We maken dan geen keuze op basis van al onze opties – inclusief de dingen die voor onszelf belangrijk zijn – maar we kiezen alleen uit prioriteiten die ons door anderen aangereikt worden.
Attention management in de praktijk: meer focus = meer controle = meer geluksgevoel
Attention management is een echte leiderschapsuitdaging. Hoe kan je van attention management een prioriteit maken in jouw organisatie? Geef zelf het goede voorbeeld. Een duidelijk rolmodel is de beste manier om jouw medewerkers aan te zetten tot gedragsverandering. Met deze acht tips komt je al een heel eind.
Als je van alle stoorzenders bent afgesneden, kan je niet alleen efficiënter werken maar ben je ook veel creatiever.
Medewerkers hoeven bijvoorbeeld niet binnen het uur te antwoorden op een mail, er wordt niet verwacht dat je na 18 uur nog mails beantwoordt, ….
Meer focus zorgt voor efficiëntere, kortere én creatievere vergaderingen.
Leg de nadruk eerder op een paar afgelijnde thema’s, waar je regelmatig op terugkomt, eerder dan alle ideeën die je hebt onmiddellijk op mail te zetten. Het leidt alleen tot verwarring en zet teamleden aan tot multitasking.
Zo help je je medewerkers om te focussen op wat echt belangrijk is. Ze leren keuzes maken en ook ‘nee’ zeggen tegen taken die geen toegevoegde waarde bieden.
Wie gefocust wil werken, kan de dag beter indelen in grote blokken in plaats van verschillende taken door elkaar uit te voeren. Probeer ervoor te zorgen dat je medewerkers dus een aantal grotere projecten hebben waaraan ze gedurende langere tijd kunnen werken. Voorzie ook momenten (bijvoorbeeld een stille donderdagvoormiddag) waarop ze ongestoord kunnen doorwerken.
Pauzes helpen je brein om informatie te verwerken en op te slaan. Zo kan je nieuwe energie opdoen om aan de volgende taak te beginnen.
Kortstondige stress kan je intellectuele productiviteit stimuleren (bijvoorbeeld hard werken om een deadline te halen), maar te hoge of te langdurige stress is nefast en werkt negatief. Sta even stil bij volgende zaken: zijn je verwachtingen wel realistisch? Beschikken je medewerkers over voldoende en juiste middelen? Hebben ze genoeg tijd om op adem te komen?