In de huidige crisis is het menselijke aspect van business heel belangrijk geworden. Leidinggevenden moeten leren vertrouwen op hun mensen. Intuïtie, veerkracht en creativiteit zijn meer dan ooit must-haves en daar blijken heel wat leidinggevenden moeite mee te hebben.
Jan De Schepper en Paul Van Den Bosch komen in hun boek Connexion tot zeven paradoxen voor de moderne leider. Beide auteurs hebben hun strepen verdiend als sport- én businesscoach. De lessen die ze uit de sport hebben getrokken vertalen ze in hun boek heel eenvoudig naar een businesscontext.
We weten het al eventjes: de hiërarchische organisatiestructuur heeft zijn beste tijd gehad. Veel old school leidinggevenden sturen hun medewerkers aan vanuit een taakgerichte insteek. Het zijn managers die vooral processen bewaken en hun macht is puur formeel en vaak gebaseerd op uitzonderlijke expertise in hun vakgebied.
In tijden van crisis zoals nu, komt natuurlijk leiderschap bovendrijven. ‘Mensen hebben behoefte aan veiligheid en stabiliteit, gaan op zoek naar een sterke leider, naar iemand die voor hen kan zorgen, iemand die hen door ‘de savanne’ kan leiden’, luidt het in het boek. Het maakt het verschil tussen managers en leiders des te duidelijker. De auteurs ontkennen niet dat een bedrijf beiden nodig heeft, maar het is uiteindelijk wel de sterke (natuurlijke) leider die gevolgd wordt, los van zijn of haar positie op de hiërarchische ladder.
Leiderschap komt volgens de auteurs bovendien niet alleen neer op het hebben van sterktes. Je moet ze ook tonen. En je moet connecteren met anderen. Effectief leiderschap neemt toe en is succesvoller naarmate je als leider beter in staat bent om te connecteren met anderen. Goede connecties zijn vooral in tijden van transitie zoals nu heel belangrijk. Ze verhogen productiviteit, engagement, innovatief denken…
Je hoort vaak dat één plus één drie is en dat een team meer is dan de som van zijn teamleden. Dat ontkennen de auteurs ten stelligste. Een teamprestatie is volgens hen kleiner dan de som van de prestaties van elk individueel teamlid. De oorzaak daarvan ligt bij sociale luiheid. Hoe groter een team is, hoe meer mensen zich gaan verschuilen, hoe minder ze zich geroepen voelen om initiatief te nemen…
Uit onderzoek blijkt dat 2 personen samen 93 procent van hun individueel potentieel presteren. Vier mensen verliezen samen een kwart van hun individueel potentieel en bij een team van acht loopt dat verlies op tot 50 procent. Als leidinggevende moet je er dus in de eerste plaats voor zorgen dat elk individu afzonderlijk beter gaat presteren en zijn topniveau kan bereiken. Pas dan kan je het team vooruit helpen.
Een team is juist niet meer dan de som van zijn teamleden
De focus op teamcoaching die desondanks gangbaar is, komt volgens de auteurs voort uit gemakzucht. Het is voor een leider of coach gemakkelijker om een heel team te coachen dan voor elk individu een afzonderlijk traject uit te stippelen, omdat je elk teamlid dan ook heel goed moet kennen. Toch is individuele coaching, wanneer die gevolgd wordt door teamcoaching de enige manier om een heel team tot topprestaties te leiden.
Maar het begint dus bij het individu. Hoe laat je als coachend leider je mensen beter presteren? Ook daarvoor putten De Schepper en Paul Van Den Bosch uit hun ervaring als sportcoaches en stellen volgende formule op ‘prestaties = talent x fysieke belastbaarheid x mentale belastbaarheid x training’. Op alle vier de factoren moet je zeer hoog scoren om topprestaties te leveren. Een coachend leider werkt op elk van de afzonderlijke factoren.
Van die vier factoren zijn talent en training uiteraard evidenties. Moeilijker voor de leider is fysieke en mentale belastbaarheid van je medewerkers correct inschatten en het evenwicht te vinden tussen drive en druk.
‘Als je medewerkers door een crisissituatie onder zware druk staan om te presteren, heeft het absoluut geen zin om de druk nog op te voeren. Mensen die al het mogelijke doen om de vooropgestelde resultaten te behalen, hoef je geen extra druk te geven. Een schouderklopje is dan dikwijls effectiever’, schrijven de auteurs.
Maar daar staat tegenover dat mensen die te weinig druk ervaren, zullen zelden voldoende inspanning leveren. Je mag de druk opvoeren om het prestatieniveau op te bouwen. En timing is daarbij cruciaal, want je wil natuurlijk dat je medewerkers topprestaties leveren wanneer dat van hen verwacht wordt, zoals een atleet piekt tijdens een belangrijk kampioenschap. Dat vergt veel inzicht van jou als leider. Je moet feedback geven, vertrouwen schenken en je mensen door en door kennen om te weten wat hen drijft om te willen en te kunnen presteren.
In Connexion behandelen Jan De Schepper en Paul Van Den Bosch zeven paradoxen voor de moderne leider. Het boek verscheen eerder deze maand bij uitgeverij Lannoo Campus.