Dat de aarde rond is en we niet van Adam en Eva afstammen, daar zijn we het over eens. Maar dat Cleopatra niet Egyptisch maar Grieks is en dat het Kitty Genovese-effect niet bestaat, dat is nieuw. Toch zijn het allemaal waarheden die we geloofden en die we door beter onderzoek moesten loslaten.
Door de toegang tot informatie en technologie te verbeteren is kennis niet alleen aan het toenemen. De toename zelf is aan het toenemen. In 2011 consumeerden we vijf keer meer informatie per dag dan een kwarteeuw geleden. Deze versnelde tred van verandering betekent dat we onze overtuigingen meer dan ooit in vraag moeten stellen. Wat je op school leerde en dacht dat waar was is dat ondertussen misschien al lang niet meer.
Ondanks doorbraken in kennis en wetenschap duurt het in het onderwijs nog jaren voor studieboeken aangepast zijn. Leerkrachten die niet mee zijn blijven achterhaalde kennis doorgeven. En dit gaat alleen maar toenemen als we niet onze manier van leren aanpassen.
Hoe reageren mensen op nieuwe inzichten? Phil Tetlock leert ons dat er drie denkmodi zijn die we hanteren wanneer we denken en praten: die van de prediker, de aanklager of de politieker.
Als je voortbestaan afhangt van het vertegenwoordigen van mensen dan verkondig je gelijk wat
Hoe traditioneler de cultuur is waarin je leeft, hoe moeilijker het is om nieuwe waarheden te omarmen. De prediker heeft maar één goddelijke waarheid. Dat is vreemd want bij het ontstaan van de nieuwe religie waren de eerste predikers juist revolutionaire denkers die tegen de stroom in gingen van wat toen de waarheid leek te zijn. Of ben je vergeten dat Jezus aan het kruis genageld is?
Wanneer mensen zich buiten gesloten voelen dan zie je het fenomeen van de aanklager. Ze zoeken naar een zwakte in de redenering van de groep waarvan ze zich uitgesloten voelen. Ze gaan dan zodanig in debat met één doel, bewijzen dat de ander fout is en zij kunnen winnen.
Als je voortbestaan afhangt van het vertegenwoordigen van mensen dan verkondig je gelijk wat. De politieker verdedigt niet wat goed is voor het algemeen belang, of wat juist is, maar verdedigt wat aanvaardbaar is voor de groep waarvan hij of zij afhangt, ook al is daarvoor een alternatieve waarheid nodig.
Je ziet dat alle drie modi ons tegenhouden om nieuwe inzichten toe te laten.
Onze overtuigingen zitten vaak vast, we worden extremer in ze te blijven geloven en we graven ons dieper in ons eigen gelijk eerder dan ons open te stellen voor nieuwe informatie. We zijn allemaal snel als het gaat om het geven van een opmerking als we iemand op een foutje betrappen.
We stellen voortdurend oordelen van experten in vraag met onze Max Plank chauffeur kennis. Maar we falen erin om onze eigen fouten te zien net zoals Koning Salomon. We gaan voor wat juist voelt in plaats van te gaan voor wat juist is.
Willen we de toekomst tegemoet zien dan moeten we zowel onze intuïtie als ons verstand leren samen te werken om beter te beslissen. En misschien is dat nog het allerbelangrijkste. We moeten ons dit zelf of onze kinderen aanleren.