In 2011 zat ik op Broad Peak uit te blazen met twee andere alpinisten. De klim was een slopende marathon geweest. Ik had na zestien uur klimmen de top bereikt en was ondertussen al zes uur aan het afdalen. Mijn collega’s wilden zo snel mogelijk verder afdalen. Omdat ik zelf niet graag alleen klim, besloot ik nog even op André te wachten.
André was vermoeid en kon het tempo niet meer volgen. Als ik op hem wachtte, zou ik langer onderweg zijn. De vermoeidheid begon na 22 uur een zware tol te eisen maar een half uurtje langer samen met André afdalen kon er nog wel bij. Maar zo is het uiteindelijk niet gelopen.
Nadat de twee andere alpinisten vertrokken waren, kwam André ten val en kwetste zich daarbij. André stond erop dat ik alvast zou afdalen terwijl hij naar beneden sukkelde. Wetende dat André op zijn tandvlees zat, was dat voor mij geen optie. Samen hebben we nog zes uur door de nacht gedwaald vooraleer ik hem veilig en wel na 28 uur in kamp 3 kreeg.
Teams bouwen zichzelf niet, maar moeten gekneed worden als een sneeuwbal. Een team bouwen roept een connotatie op met teambuilding events: een rondje paintball spelen, gevolgd door een lekker etentje en een glas wijn. Nu heb ik niets tegen paintball en ook niet tegen lekker eten of een glas wijn, maar een team bouwen is meer dan een teambuilding event. Het is ook iets wat iedereen doet, niet enkel de manager.
De beste manier om een team te bouwen is door zelf het voorbeeld te geven. Crisissituaties zoals op Broad Peak lenen zich daar uitstekend voor. Maar ik hoef niet op een crisissituatie te wachten. Wanneer ik in een kamp aankom terwijl de Sherpa’s de tenten opzetten, dan ga ik niet rusten. Ik stroop de mouwen op en zet mee tenten op. Ik betaal hen eigenlijk om tenten op te zetten, maar op die hoogte is wie betaald wordt door wie en waarvoor niet relevant. Voor mij is een dag klimmen niet voorbij wanneer ik in mijn tent zit met een kopje thee maar wanneer iedereen in zijn tent zit met een kopje thee.
Ik bouw mee aan het team of ik breek het af. Een neutrale toeschouwer ben ik nooit. Dat vereist veel tolerantie. Niemand heeft immers uitsluitend aangename eigenschappen. Ik moet aan de slag met alle eigenschappen van mijn collega’s. Ik kan niemand inruilen omdat ze niet perfect zijn.
Tolerantie is essentieel in elke organisatie. Werknemers zullen een andere manier van werken niet van de ene dag op de andere begrijpen en omarmen. Dat vraagt een proces van vallen en opstaan en bij elke val opnieuw tolerantie.
Onderschat nooit de invloed van je eigen gedrag op het gedrag van anderen. Als je graag toegejuicht wordt, wees dan zelf een supporter. Als je niet graag afgeblaft wordt, wees dan zelf geen pitbull-terriër. Mensen geloven immers niet altijd wat je zegt, maar ze geloven altijd wat je doet.