Weet je wanneer je teamwork het hardst nodig hebt maar ook het moeilijkst is? Wanneer de expeditie niet loopt zoals gepland, in tijden van crisis. Wanneer ik het meest behoefte heb aan een team dat goed samenwerkt, is de kans het kleinst dat ik dat zal krijgen.
Wanneer een expeditie niet loopt zoals gepland, willen klimmers zich wel eens focussen op: ‘Hoe raak ik op de top?’ in plaats van: ‘Hoe raken wij op de top?’ Als je in overweging neemt hoeveel offers sommige klimmers brengen voor hun expeditie is dat niet eens zo verwonderlijk. Maar die manier van denken maakt de kans op succes net kleiner. De uitdaging is dan ook om me te blijven focussen op wat het team én mij het meest kans op succes geeft.
In een crisis ontstaan er vaak discussies over wat de beste aanpak is, over wie hoeveel bijdraagt, maar nog vaker over dingen die op zich niets met de crisis zelf te maken hebben. In tijden van crisis komen onze scherpe kanten immers naar boven. We hebben ze allemaal, ook ik. In het dagelijks leven slagen we erin om die scherpe kanten te verdoezelen door een masker op te zetten. Maar in tijden van crisis vallen de maskers af. Dat doen ze altijd. Teamwork is dus ook kunnen omgaan met de mens achter het masker.
Omgaan met elkaars scherpe kanten vereist verdraagzaamheid. Scherpe kanten zijn typisch de valkuilen van iemands positieve kanten. Mensen met veel doorzettingsvermogen durven bijvoorbeeld nogal eens koppig te zijn. Wanneer ik geconfronteerd word met iemands scherpe kanten, probeer ik op zoek te gaan naar de keerzijde van de medaille.
Verdraagzaamheid betekent ook dat ik dingen moet kunnen vergeten. Op K2 was er een klimmer met een behoorlijk kort lontje. Een aantal keren tijdens de expeditie reageerde hij op een brutale manier. Maar hij had wel de grootmoedigheid om zijn fout toe te geven en zich te verontschuldigen. Als ik die verontschuldigingen aanvaard, mag er enkel nog bewondering voor zijn grootmoedigheid overblijven. Iedereen heeft scherpe kanten, maar niet iedereen kan ze toegeven.
Verdraagzaamheid betekent niet dat ik problemen onder de mat veeg. Als iemand een gevaar vormt voor andere klimmers of voor het succes van de expeditie, dan moet dat besproken worden, hoe onaangenaam die discussie ook kan zijn. En als de conclusie van die discussie is dat iemand niet over de nodige vaardigheden beschikt om op een veilige manier naar de top te klimmen, laat ik die persoon liever achter in het basiskamp, voor zijn veiligheid maar ook voor die van alle andere klimmers. Dat zijn geen leuke gesprekken, maar teamwork hoeft niet altijd prettig te zijn.
Het is natuurlijk goed teamwork om verantwoordelijkheid te nemen voor anderen, maar teamwork begint bij verantwoordelijkheid nemen voor mezelf. Verder klimmen tot ik erbij neerval, is geen goed teamwork. Te lang wachten om hulp te vragen, is geen goed teamwork. Als ik mijn zwakheden verberg, ben ik misschien niet de zwakste schakel in het team, maar wel een onbetrouwbare schakel.