Het financieel aspect van een bedrijf vind ik erg boeiend. Als mensen mij dit horen zeggen, dan zie ik vaak gefronste wenkbrauwen. Blijkbaar gaat financieel denken automatisch gepaard met kortetermijndenken. Financials denken enkel aan marges en winst. Ik geloof dat dit niet waar is. Financieel rendement op lange termijn is enkel mogelijk wanneer de bedrijfsleiding ook voor de lange termijn gaat. Wanneer ik zelf beslis om een project wel of niet te doen, zijn er 5 KPI’s die ik meeneem. KPI staat voor Key Performance Indicator maar dat wist je al.
KPI 1: Heb ik goesting in dit project? Ik hou enorm van het Vlaamse woord ‘goesting’. Het zegt veel meer dan ‘zin’ hebben in iets. Wanneer ik goesting heb in een project dan voel ik de energie om er volop voor te gaan.
KPI 2: Kan ik het betalen? Ik ben een kleine ondernemer dus moet ik me telkens afvragen of mijn financiën het mogelijk maken om te doen waar ik goesting in heb. Dat maakt dat ik vaak moet tellen maar dat vind ik niet erg. Door de beperkte financiële mogelijkheden word ik gedwongen om creatief te zijn. Smart spending, I love it!
KPI 3: Brengt het geld op? Elke ondernemer moet een of meerdere projecten hebben die geld in het laatje brengen. Dit geldt zeker voor de eerste projecten die je doet. Die moeten geld opbrengen, anders ga je failliet. Na het creëren van deze eerste basis, kan je voor projecten kiezen die niet in de eerste plaats geld opbrengen. Misschien doe je dan gewoon iets omdat je er enorme goesting in hebt.
KPI 4: Kan ik er uit leren? Dit vind ik een hele plezante – plezant is ook weer zo’n fijn Vlaams woord. Ik heb al vaak projecten gedaan die financieel mislukt zijn of die heel anders zijn uitgedraaid dan ik oorspronkelijk wilde. Maar waaruit ik zoveel heb geleerd! Hier ervaar ik een groot verschil tussen de Vlaamse en Amerikaanse cultuur. Als hier een project financieel fout loopt, zoeken we vaak naar de schuldige. Een Amerikaan zegt eerder: ‘What did you learn?’ Volgens mij zit hier ook de kern van ondernemen. De buitenwereld ziet meestal enkel de financieel geslaagde projecten van een ondernemer. De idee ontstaat dan weleens dat hij of zij toch wel heel veel geluk heeft dat alles zomaar lukt. Bij ondernemers lukt echt lang niet alles. Maar een niet-geslaagd project ervaren zij niet als een mislukking. Ze zien wat ze geleerd hebben en nemen dit mee naar een volgend project. Deze mentaliteit zouden we ook aan onze kinderen moeten meegeven. It’s very OK to fail, if you learn and move on. KPI 5: Maak ik de wereld beter? Elke mens moet bijdragen tot een betere wereld. Klinkt cliché maar clichés hebben hun redenen. Er zijn 100’en manieren om de wereld te verbeteren. Wees vriendelijk tegen je buurman, ga vrijwilligerswerk doen, werk aan duurzaamheid in je onderneming, pak de fiets in plaats van de auto,… Het mooie aan deze KPI is dat hij je gelukkig maakt. Studies hebben aangetoond dat mensen die vrijwilligerswerk doen zich daar heel goed bij voelen. We zijn immers niet alleen gemaakt om geld te verdienen.
Moet elk project voldoen aan de 5 KPI’s vooraleer je erin stapt? Zeker niet. Maar ik vind het belangrijk en handig om over alle 5 na te denken en dan te beslissen of ik iets wel of niet doe. De enige KPI die er voor mij altijd moet inzitten is nummer 1. Heb ik er goesting in? En da’s misschien het plezantste aan ondernemen. Je hebt een leven vol onzekerheden maar ook een leven vol goesting.