De kans is groot dat ‘klimaatspijbelaar’ hét woord van 2019 wordt. Met hun acties hebben de jongeren de publieke opinie wakkergeschud en het klimaatbeleid op de politieke agenda geplaatst. Géén regering noch politieke partij kan het zich nu nog veroorloven om dit thema stiefmoederlijk te behandelen of hun reputatie gaat er voor lange tijd aan!
Vreemd is wel dat, alhoewel de publieke opinie de acties van jongeren voor een beter klimaatbeleid steunt, bepaalde politici, opiniemakers en onderwijsverantwoordelijken zich afzetten tegen het daarmee gepaard gaande spijbelgedrag. De school gaat voor! Dit doet me denken aan het academiejaar ’74 – ’75 (ja, van de vorige eeuw) toen door de felle weersomstandigheden de boeren in het Hageland moeite hadden om hun bieten te oogsten. Als studenten wilden we hen gaan helpen maar dat betekende twee à drie weken brossen! En het statuut van klimaatspijbelaar bestond toen nog niet.
Ik kreeg als opdracht om de proffen te overtuigen te beginnen met prof Robert Vandeputte, de latere minister van Financiën, die toen verantwoordelijk was voor de eerste licentie rechten en de reputatie had van een strenge professor. Hij luisterde aandachtig naar mijn verhaal en stemde toe onder een aantal voorwaarden. Ik moest mijn studiegenoten bij de aanvang van zijn cursus sensibiliseren voor onze actie, niet evident in een wereldje vol advocaten- en notariszonen en -dochters. De collega’s, die meededen, moesten hun identiteit en motivatie opgeven en na de oogst moest ik voor hem en de thuisgebleven studenten onze ervaringen meedelen en hierin een verband zien te leggen met zijn cursus van verbintenissenrecht.
Geen nood… we werkten bijna drie weken aan één stuk door bij de betrokken boeren. Ik was gekazerneerd bij enkele jonkmannen die een boerderij hadden in Drieslinter en at er elke dag rijstpap. Toen de oogst binnen was, spraken we op kot af om onze ervaringen te delen en te kijken wat de lessons learned waren, ook inzake verbintenissenrecht. Dat laatste bleek niet zo moeilijk omdat de betrokken boeren natuurlijk contracten hadden met de Tiense Suikerraffinaderij … contracten die niet op deze overmachtssituatie waren voorzien.
We presenteerden dit nadien met een kleine delegatie in de les van prof Vandeputte en hij stelde ons de pertinente vraag ‘Wat heb je nu als mens bijgeleerd? Welke troeven heb je verworven?’. Ik weet zeker dat ik toen voor de eerste keer over verworven competenties heb nagedacht en dat dit een relevante loopbaanstap voor mij is geweest… dankzij prof Vandeputte die de wijsheid had om engagement en leren op een eigen wijze met elkaar te verbinden.
Waarom doen we dat nu ook niet? We hebben de mond vol van ‘21e-eeuwse vaardigheden’ maar als jongeren dan een actie ondernemen die maatschappelijk echt verantwoord is, slagen we er blijkbaar niet in om dit in een pedagogische benadering omtrent de 21e-eeuwse vaardigheden in te passen maar herleiden we dit tot een discussie over spijbelgedrag. Ook het leerklimaat staat dus nog voor enorme uitdagingen.