Heel wat mensen hebben een grondige hekel aan goede voornemens en gooien al gauw de handdoek in de ring. Zeker in 2020 was het niet eenvoudig om ons aan al onze intenties te houden, maar laat je dat in geen geval ontmoedigen om te bepalen waar je de vlag op het einde van dit jaar wil planten. Wat mij als manager het meest boeit, is de reis die we hebben afgelegd. En wat we eruit kunnen leren of in de toekomst kunnen veranderen om tot een duurzaam resultaat te komen.
Een podcast van de Universiteit van Vlaanderen behandelde onlangs de vraag waarom het zo moeilijk is om voornemens waar te maken. Als je echt iets wil veranderen, dan volstaan toewijding en wilskracht niet. Je moet er een echte routine van maken. Volgens de podcast duurt het 18 tot 254 dagen om zo’n routine te bouwen. Dat klinkt niet al te hoopgevend, maar 2020 was op dit vlak één groot experiment waarbij we onbewust tal van nieuwe routines hebben gekweekt.
In veel bedrijven werken mensen intussen ruim 300 dagen van thuis. Dat heeft voor bepaalde veranderingen en gewoontes gezorgd die je als werkgever niet meer kunt of mag terugdraaien. We hebben nieuwe verwachtingen gekregen en zullen onze verworven flexibiliteit en vrijheid niet zomaar willen opgeven. Neem dus zeker de tijd om naar de verwachtingen van je medewerkers te polsen. Organiseer een survey waarin je hen vraagt hoe ze zichzelf zien werken als de kantoordeuren straks weer openzwaaien. Komen ze dan één of twee keer per week? Of vaker?
Daarnaast verlangen we er natuurlijk ook wel naar om terug te keren. Bij veel mensen is de vermoeidheid groot wanneer ze zich naar de zoveelste online meeting moeten slepen. We hebben nu echt nood aan emotionele connectie en die is ons ook in 2021 voorlopig nog niet gegund. Daarom moeten we vanuit het principe van design thinking manieren zoeken om mensen te motiveren. Nu én voor de toekomst, want ons vertrouwde kantoor wordt wellicht eerder een ontmoetingsplaats om die emotionele connectie te versterken of om vanuit een project of klantendossier samen te werken.
We moeten dit jaar aangrijpen als een kans om duurzame routines te bouwen. Voor veel mensen was 2020 het jaar van de onthaasting. Wie op thuiswerk moest overschakelen, zag de dagelijkse pendeltijd tot enkele seconden reduceren – de tijd die nodig is om van de ontbijttafel naar de werkruimte te wandelen. Vandaag moeten we die gewonnen tijd optimaal benutten. Onder meer door te focussen op het aanleren van nieuwe skills. Want als één ding vaststaat, dan is het wel dat onze huidige kennis en vaardigheden over enkele jaren niet meer zullen volstaan.
We moeten ook groots durven denken en dromen. Progress, not perfection! De vooruitgang die je boekt, is meestal belangrijker dan het feit of je er al dan niet geraakt bent. Uiteindelijk zal je wel in de gewenste richting groeien. Het helpt ook om doelen (in de organisatie) zichtbaar te maken. Zelf had ik me vorig jaar bijvoorbeeld voorgenomen om meer te wandelen. Door de afgelegde kilometers via sociale media te delen, voelde ik een zekere verantwoordelijkheid om vol te houden.
Tot slot hebben we ook een routine nodig die ons helpt om het werk achter ons te laten. Vroeger vormde het ritje op de trein of in de auto het dagelijkse afsluitingsritueel van de werkdag. Nu zouden we bijvoorbeeld na het uitschakelen van onze pc het blokje rond kunnen lopen. Het zal zeker helpen om te vermijden dat problemen enkele uren later nog door je hoofd spoken. Om het met de woorden van Nobelprijs-winnaar Daniël Kahneman te zeggen: ‘Nothing in life is quite as important as you think it is while you are thinking about it.’