Dat Brussel in Europa bekend staat als het centrum van technische innovatie in de financiële sector is volgens Stefan Dierckx CEO van Projective (rechts op de foto) niet onlogisch. Projective levert innovatie in de financiële dienstverlening en heeft internationale expertise in de financiële sector. ‘In de eerste plaats hebben we die hub zelf gecreëerd’, aldus Dierckx. ‘Brussel is altijd al een voorloper geweest in fintech, dat was 30 jaar geleden al het geval op bijvoorbeeld het gebied van betalingsverkeer met Bankcontact.’
De voorwaarden voor het opstarten van een fintech ecosysteem waren in Brussel dus al zeer gunstig. ‘We hebben niet de luxe van Londen om de grootste banken ter wereld te huisvesten, maar er zijn hier toch belangrijke internationale spelers gevestigd. Niet enkel banken, maar ook Europese instellingen, verzekeraars en grote financiële organisaties als Euroclear of Swift bevinden zich in Brussel. Daarrond zijn allerhande bedrijven en bedrijfjes ontstaan, die nu in een serieuze versnelling zijn terechtgekomen.’
Uit die groeiende fintech scene is B-Hive ontstaan, dat als community builder een brug wil slaan tussen de vele fintech start-ups en de bank- en verzekeringssector. Het netwerk van B-Hive groeide op anderhalf jaar tot 170 leden en 40-tal partners uit binnen- en buitenland. B-Hive luistert naar de problemen van de financiële sector en werkt dan in samenwerking met de geschikte fintech start-up binnen het ecosysteem doelgerichte initiatieven voor innovatie uit die dat probleem oplossen.
‘Zo is er bijvoorbeeld het probleem van een KMO die klant wordt bij een bank. Dat vergt heel wat papierwerk en tijd vooraleer zo’n klant is opgestart. Wanneer die KMO later naar een andere bank gaat, begint heel dat administratieve proces opnieuw. Het zou tijd en kosten besparen, mochten banken die klantendata delen via een gemeenschappelijke database. B-Hive gaat binnen zijn ecosysteem dan op zoek naar het bedrijf dat project kan opstarten en uitwerken’, legt Dierckx uit.
‘Kleine bedrijfjes komen veel sneller met nieuwe ideeën en kunnen die ook sneller implementeren’
Het Brusselse fintech ecosysteem is nu zo gegroeid dat het internationaal kan gaan schalen. ‘De druk op de banken om te innoveren is enorm groot, dus gaan ze actief op zoek naar internationale partnerships om nieuwe producten en diensten te ontwikkelen’, aldus Dierckx. ‘Het is logisch dat ze dat liever niet doen met hun directe concurrent in België, maar daarvoor over de landsgrenzen kijken. En geen enkele fintech start-up focust enkel op België. Groeien is internationaal gaan.’
Wim De Waele, CEO van B-Hive (links op de foto): ‘Het grote voordeel van een internationaal platform is co-creatie tussen niet-competitieve maar toch zeer vergelijkbare partijen. Via ons platform gaan ze kennis uitwisselen en samen innovatieprogramma’s opzetten.’ De verdere uitbouw van een pan-Europees fintech platform is dus een logische volgende stap.
Hoe groter het ecosysteem, hoe beter de oplossingen die je je klanten kunt bieden. Dierckx: ‘Projective heeft ondertussen zelf een sterk internationaal fintech ecosysteem opgezet in Brussel, Amsterdam, Londen, Frankfurt en Parijs, waar we focussen op de locale markt. Dat is een grote toegevoegde waarde voor onze klanten. Zo garanderen we hen dat we voor elk project steeds de beste partijen naar de tafel brengen.’
Het is een heel kenmerkend gegeven dat grote bedrijven, in dit geval banken, voor innovatie een beroep doen op kleine start-ups. Terwijl bij uitstek banken nochtans mensen en middelen hebben om dat in house te doen. ‘Dat klopt, maar de kleine bedrijfjes komen veel sneller met nieuwe ideeën en kunnen die ook sneller implementeren’, zegt Dierckx. ‘Ze hebben de creativiteit en omdat ze deel zijn van het ecosysteem kennen ze de gevoeligheden van de sector.’
‘In grote banken daarentegen is het beslissingsproces veel te traag en mist het gemiddelde IT-departement in banken ook creativiteit. Om aan gerichte innovatie te doen, heb je meer nodig dan wat gekleurde panelen installeren en jonge mannen met gescheurde jeans in dienst nemen.’
De grote instellingen en de kleine start-ups hebben complementaire modellen. ‘Het heeft lang geduurd om banken mee te krijgen in het verhaal en hen de toegevoegde waarde van ons ecosysteem te doen inzien. Je hebt natuurlijk ook projecten nodig die voor beide partijen een toegevoegde waarde zijn.’