Het was mijn persoonlijke doel om wereldkampioen Aikido (krijgskunst) te worden, maar de Japanse jongens wisten me altijd te verslaan. Ze waren lichter en kleiner, maar ze konden iets wat ik niet kon. Daarom had ik veel bewondering voor ze. Tegenwoordig kijk ik met dezelfde bewondering naar Japanse bedrijven. Daarin ben ik niet de enige. Veel managementtrips komen deze kant op om de Lean-filosofie bij de bron te ervaren. De Japanners kunnen en doen iets waar we in het westen veel van kunnen leren. Een cultuur waarin bescheidenheid en continu verbeteren centraal staan.
#1 Bescheidenheid
In het geboorteland van lean werken mensen vaak met het doel om een steeds betere versie van zichzelf te worden en om iets mee te geven aan de volgende generatie. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, heeft Japan over het algemeen een platte bedrijfsstructuur. De platte structuur zie je niet alleen in een organigram, maar ook in de dagelijkse werkzaamheden komt dat tot uiting. Zo zag ik al meerdere managers en CEO’s in de ochtend de toiletten schoonmaken met de overtuiging dat ze hiermee ook hun eigen ziel reinigen. Dit toont aan dat ze zich niet te goed voelen voor schoonmaakklussen. Als je de essentiële dingen niet kunt doen, kun je de moeilijke dingen ook niet doen, zo luidt het motto hierachter. Samen zorgdragen voor de werkvloer is voor hen de basis van goed leiderschap.
Een andere manier waarop je bescheidenheid terugziet in de cultuur is de manier waarop nieuwe informatie wordt aangenomen. Toen ik na jarenlang trainen in Japan eindelijk wereldkampioen Aikido was, werd ik uitgenodigd in België. Ik dacht dat ik kwam om technieken uit te leggen en om te vertellen over de weg naar het kampioenschap, maar ik werd geconfronteerd met een cultuurverschil. In plaats van te luisteren wilden de Belgen mij uitleggen hoe de technieken moesten uitgevoerd worden. In het westen leggen we graag onze aanpak uit. Als ik iets over de Japanse manier vertel, dan hoor ik tegenwoordig nog vaak: ‘Ja, maar wij doen het zo…’. Japanners hebben daarentegen een cultuur gecreëerd waarin ze openstaan voor suggesties en experimenten. Daarin durven ze zichzelf kwetsbaar en bescheiden op te stellen, er is geen goed of fout. Ze luisteren graag naar hoe anderen het doen zonder onmiddellijk kritiek te leveren.
#2 Continu verbeteren
‘Als het werkt, dan werkt het…’ is een nuchter gezegde uit ons continent, maar daar denken ze in Azië toch iets anders over. Zeker in Japan vinden ze goed genoeg vaak nog niet goed genoeg. In zelfs de kleinste dingen zie je terug dat Japanners steeds experimenteren met hoe het nog beter en efficiënter kan. Zo zat ik onlangs met een Japans gezelschap aan tafel. De vrouw tegenover mij vertelde enthousiast over hoe ze bezig was om haar huishouden efficiënter te voeren. Bijvoorbeeld door de vorken, messen en lepels anders in de besteklade te leggen, waardoor ze sneller naar het juiste gerei kon grijpen. Terwijl de vrouw hierover vertelde moest ik lachen, het is iets waar we in mijn thuisland vaak zelfs niet aan denken.
Maar waarom zou je er niet voor kiezen om continu te verbeteren? Waarom zou je altijd iets doen zoals je het altijd deed terwijl het wellicht makkelijker kan? Daag jezelf uit om te experimenteren met hoe het anders kan, het kan zelfs bij kleine dingen. Dit is iets wat managers in België kunnen leren van de Japanse bedrijfscultuur. Maar er is veel meer. In mijn volgende artikelen besteed ik aandacht aan meer verschillen tussen de bedrijfsculturen en wat Japanse bedrijven doen om succesvol te zijn.
Over de auteur: Tim Wolput woont en werkt al twintig jaar in Japan, vandaag is hij lean consultant bij LCG. In deze vlog gaat hij nog wat dieper in op zijn eerste bijdrage.