Laten we beginnen met het doemscenario. In 2013 al voorspelden Benedikt Frey en Michael Osbourne dat 47 procent van alle jobs in de V.S. geautomatiseerd zouden kunnen worden. De schrik om door robots te worden vervangen zit er bij veel mensen goed in. En aangezien AI steeds ingewikkelder cognitieve taken kan verrichten, zullen het niet alleen de jobs van fabrieksarbeiders zijn die op de tocht komen te staan.
Is werk het enige wat ons leven waarde en zin geeft?
Als al die voorspellingen kloppen, kunnen we ons volgens Marc Coeckelberg, professor aan de Universiteit van Wenen en auteur van het boek AI Ethics maar beter de vraag stellen hoe we de generaties na ons voorbereiden op de toekomst. Wat ze later kunnen worden. Maar nog belangrijk volgens Coeckelberg is de existentiële vraag waarom we zo’n drama maken van het verlies van onze jobs aan robots.
Dat is niet nodig, als we robotisering goed aanpakken. Het drama komt volgens hem ‘omdat we op een bepaald niveau denken dat werk niet alleen onze enige inkomstenbron is, maar ook het enige dat ons leven waarde en zin geeft.’ Om het probleem rond de toekomst van werk op te lossen, moeten we reflecteren over wat een job betekenis geeft, welke jobs voorbehouden moeten blijven aan mensen en hoe we de samenleving en economie kunnen herstructureren zodat jobs en tewerkstelling niet meer de enige bron van inkomsten zijn.
Lees ook: Dreigt er dan een identiteitscrisis als robots onze banen overnemen?
‘Misschien is een luilekker leventje alleen weggelegd voor de winnaars van het automatiserings- verhaal’
Coeckelberg nuanceert die gedachte onmiddellijk in zijn boek en stelt dat er nog altijd niets terechtgekomen is van de utopische vrijetijdsmaatschappij of de 15-urenwerkweek. ‘Sinds de negentiende eeuw hebben we al verschillende automatiseringsgolven doorgemaakt , maar hebben al die machines ons vrijer of zelfstandiger gemaakt? Ze hebben misschien wat vervelende of gevaarlijke taken van ons overgenomen, maar ze worden ook ingezet om mensen uit te buiten en ze hebben niet veel veranderd aan de hiërarchische structuur van onze samenleving.’
‘Sommigen zijn enorm gebaat geweest bij de automatisering, anderen helemaal niet. Misschien is een luilekker leventje dus alleen weggelegd voor de winnaars van het automatiseringsverhaal.’
Volgens Coeckelberg is de vraag of AI ons werk gaat overnemen dan ook een verkeerde vraag. We kunnen ons beter afvragen welke taken we willen of moeten voorbehouden aan mensen en hoe AI ons daarin op een ethisch en maatschappelijk verantwoorde manier kan bijstaan. Hij pleit ervoor AI geen volledige jobs te laten overnemen, maar taken die we zelf minder zinvol vinden.
Lees ook: Waarom technologie nog niet zorgde voor een werkweek van 15 uren
Dat lijkt hem niet alleen een goed idee voor het welzijn van de mens, maar ook om de vooringenomenheid van AI te counteren. ‘Als een algoritme vertekende data binnenkrijgt, zullen de resultaten ook discriminerend zijn’. Bias in, bias out dus.
Machine learning gaat dit probleem nog uitvergroten omdat het systeem verder bouwt op gekleurde gegevens en ze zelflerend blijft versterken en bevestigen. Vooroordelen sluipen vaak per ongeluk in een systeem, meent Coeckelberg. Omdat mensen die datasets invoeren het AI-systeem niet goed genoeg begrijpen, zich niet bewust zijn van de gevaren van vooroordelen, niet beseffen dat ze zelf bevooroordeeld zijn.’
Hij suggereert dan ook dat we in plaats van ons zorgen te maken over hoe AI onze jobs gaat afpakken, we ons beter zorgen zouden maken over hoe bevooroordeelde geautomatiseerde beslissingen onze vrijheid kunnen beïnvloeden.
Lees ook: Brengt automatisering straks ook jouw job in gevaar?
Stel dat je in een IT-bedrijf werknemersgegevens invoert en dat uit die gegevens blijkt dat 80 procent van je IT’ers mannen zijn. Dat is een realistisch cijfer omdat er nu eenmaal minder vrouwelijke IT’ers zijn. Het is logisch dat er evenredig meer mannen in je bedrijf doorgroeien naar managementfuncties, niet omdat ze beter zijn dan hun vrouwelijke collega’s, maar omdat ze met meer zijn. AI zou op basis van die cijfers tot de conclusie kunnen komen dat mannen betere IT’ers zijn.
Geen enkele mens die even doordenkt zou tot die conclusie komen omdat we de absolute cijfers correct kunnen interpreteren, maar als je je algoritme op basis van die cijfers CV’s van kandidaten laat scannen, gaat die mannen bevoordelen, omdat die puur cijfermatig competenter lijken, want vaker doorgroeien in je bedrijf. Op die manier versterkt AI vooroordelen.
In zijn boek geeft Coeckelberg voorbeelden uit Amerikaanse justitie waar AI de kans op recidiveren inschat en heel veel vals positieve resultaten genereert voor zwarte medemensen, terwijl valsnegatieve resultaten overwegend bij witte mensen voorkomen. ‘Soms geven datasets een vertekend beeld omdat discriminatie zit ingebakken in de samenleving of in de specifieke context waar de gegevens uit voortvloeien.’ En in die zin ziet Coeckelberg AI als een potentiële bedreiging voor onze vrijheid… maar niet voor onze jobs.