Om meteen even een misverstandje uit de weg te werken: hartslagmonitoren smartwatches of gezondheidsappjes op smartphones zijn niet altijd medische technologie of medtech. Vaak gaat dit over lifestyle or consumer technologie, vertellen UGent-professor Pascal Verdonck en business developer Ewout Vansteenkiste.
Ze voldoen niet noodzakelijk aan strenge kwaliteitsnormen en klinische studies en zijn daarom niet altijd klinisch relevant. Zij kunnen het weten, want ze zijn als founders van MedTech Flanders al jaren succesvolbezig met het opschalen van medtech. Door al die gezamenlijke inspanningen van bedrijven, instellingen en voortrekkers is medtech in vijf jaar tijd veranderd van volstrekt onbekend naar speerpuntbeleid van de Vlaamse overheid.
Wat is medtech dan wel?
De technologie van het Gentse bedrijf moveUP bijvoorbeeld, waarmee orthopedische artsen hun patiënten thuis kunnen opvolgen na een knie- of heupoperatie. Verdonck: ‘Patiënten krijgen een tracker en een smart tablet en ze doen hun revalidatieoefeningen thuis waardoor de patiënt niet meer dertig keer naar het ziekenhuis moet voor de revalidatie.
Dat is veel aangenamer, de oefeningen worden gevolgd met dagelijks medische begeleiding wat uiteraard leidt tot een beter zorgresultaat. Bovendien kost het minder aan de samenleving. Het bedrijf zit hiermee nu in een proefproject en dat wordt terugbetaald.
‘Ziekenhuizen worden cockpits met multidisciplinaire teams die patiënten opvolgen’
Een globale MedTech speler, Johnson & Johnson, is nu samen met MoveUP ook bezig met het thuis opvolgen van mensen die een vermageringsingreep hebben gehad. Zo zie je dat een succesvol product & dienstverlening ook in een ander vakgebied kan worden toegepast. Een mooi voorbeeld van de kruisbestuiving van de globale spelers en een scale-up waardoor de patiënt beter medische begeleid kan worden.’
Wat is de grootste shift voor de gezondheidszorg van de toekomst?
Verdonck: ‘Het actuele gezondheidssysteem is opgebouwd rond de arts, de arts beslist wanneer je mag komen voor een afspraak en wat de therapie is. Maar veel data wordt nu gegenereerd door/rond de burger/patiënt ( de zogenaamde nulde lijn): via wearables, insideables of sensoren in het lichaam, komt de data beschikbaar ook voor de zorgverlener, als de patiënt toestemming geeft.
Je kan op die data algoritmes loslaten, machine learning, deep learning voor patroonherkenning, voortijdige detectie, …. Je zal meer vroege diagnoses krijgen, minder verblijf in het ziekenhuis, meer en snellere opvolging en vooral ook meer opvolging thuis. Dat is een grote shift, naast veel meer aandacht voor preventie.
‘Vroeger was er één soort van heup of schouderimplantaat. Nu wordt alles gecustomized‘
De ziekenhuizen gaan cockpits worden met multidisciplinaire teams die patiënten gaan opvolgen, net zoals de luchtverkeersleiding die vliegtuigen volgen. Personen gaan via wearables en sensoren verbonden zijn met de cockpit en daardoor kan je de zorg beter integreren en betere waarde creëren. Dat noemen we connected care. Dat is een grote stap naar geïntegreerde zorg rond de patiënt.
Vansteenkiste: ‘We evolueren inderdaad van algemene geneeskunde naar gepersonaliseerde geneeskunde. Vroeger was er één soort van heup of schouderimplantaat. Nu wordt alles gecustomized. Van een wearable, tot prothese, of een implantaat.
Verdonck: ‘Dat personaliseren komt in essentie tot stand mede door sensoren en data. Dat veroorzaakt de grote shift. Een hartpatiënt laat zijn hart bijvoorbeeld screenen bij de cardioloog, maar dat is een momentopname.
Met een gecertifieerde en gevalideerde wearable kan je continu een elektrocardiogram meten en doorsturen. Dan heeft de cardioloog veel meer data, en daardoor kan je veel gerichter diagnosticeren, en daardoor persoonlijker sneller, efficiënter en effectiever gaan interveniëren.
Dit gaat de gezondheidszorg supersnel hervormen. De first movers zitten straks aan de patiëntzijde, de klant wordt kritischer, veeleisender, wil snel, efficiënt behandeld worden. Ja, er staat de gezondheidszorg nog wat te wachten.’
‘Het botst soms met investeerders. Die zien de korte termijn return on investment namelijk niet’
Vansteenkiste: ‘Software als een medical device is de nieuwe trend. Maar de verdien- en groeimodellen van software as a service of software as a platform, die al bekend zijn bij bijvoorbeeld HR, automotive, of fintech, kan je zomaar niet toepassen op medtech.
En daar botst het soms met ondernemers en investeerders. Die zien de korte termijn return on investment namelijk niet, maar dat is ook niet mogelijk. De bedrijven die het goed doen in medtech timmeren vaak al vijf of tien jaar aan de weg. Dat moeten de mensen die in deze wereld stappen ook beseffen: het vraagt tijd, doorzettingsvermogen en middelen.’
Wat maakt medtech zo’n uitdaging qua tijd en middelen?
Verdonck: ‘Als je een fiets koopt in de winkel, dan betaal je de winkelier die de verdeler betaalt, en die verdeler betaalt de producent, dat is heel straight forward. In de zorg krijg je een product voorgeschreven door de zorgverstrekker, maar het wordt betaald door de overheid en het wordt geleverd door de industrie. Die rechtstreekse relatie van verkopen en kopen is er niet.
Dat is een heel apart ecosysteem ook in financiering en vermarkten. Het is niet omdat jij een goed product hebt, dat je naar de eindklant kan gaan en je product verkopen. Nee, je moet aanvaard worden door de verantwoordelijke overheid, bij ons is dit federaal.
Bij farma krijg je een geneesmiddel en je neemt dat in zoals het voorgeschreven is. Bij een medisch hulpmiddel (medical device) zoals een implantaat, is er ook nog de actie van de chirurg nodig om die hartklep of knieprothese bij die patiënt te plaatsen. Je bent dus ook afhankelijk van een arts die jouw product effectief aanwendt om de patiënt te verzorgen.’
Hoe staat België er eigenlijk voor?
Verdonck: ‘De medtech community in Vlaanderen is gestart vanuit een visie: “Medische technologie is de motor van innovatieve gezondheidszorg”. Echte innovatie in de gezondheidszorg draagt bij tot waardegedreven zorg: een betere ervaring voor de patiënt, een beter resultaat en minder kosten voor de samenleving. Als je aan die drie dingen voldoet, dan weet je dat je een fantastische innovatie hebt.’
Vansteenkiste: ‘België loopt in de voorhoede op het gebied van sensoren, waar een aantal instituten zoals imec, echt het veld duwen van microtechnologie en sensoren. Daar zie je een natuurlijke spill-out, meer en meer bedrijven stappen in die technologie. De UGent bijvoorbeeld is goed bekend in fotonica, daarom zijn er veel spin-offs die op basis van fotonica iets gaan doen. VUB Brussel is goed in robotica met navenante innovaties.’
‘In de VS wordt tien keer zoveel geld opgehaald als hier. Het is al een grote sleur om te starten’
Verdonck: ‘We zitten ver op kennis en knowhow, we hebben fantastische onderzoekscentra die gegroepeerd zijn, dat is er allemaal. We kunnen van idee naar product of dienst gaan, maar we kunnen nog niet van product of dienst naar klanten gaan, dat is ons grootste probleem: versneld op de markt brengen.
Ik heb onder meer met Howard Gutman, de ex-ambassadeur van de VS voor België, geluisterd naar pitches van acht medtech bedrijven. Elke keer als hij een slide zag van die ondernemers dat ze in 2023 of in 2024 iets gingen brengen, dan zei hij ‘waarom dan pas, waarom niet morgen?’ Antwoord hierop is ondermeer: er is geen notified body, er zijn te weinig organisaties voor het certificeringstraject, en daar hebben een aantal startende bedrijven dus moeite mee.’
De praktijk is dus weerbarstig.
Vansteenkiste: ‘Medical devices ontwikkelen is bovendien een heel kapitaalintensieve bezigheid. In de VS wordt vaak tien keer zoveel geld opgehaald als hier. Het is vaak al een grote sleur om te starten en om investeerders te vinden.
Aan de ene kant heb je de mensen, de brainpower nodig, daar doen we zeker niet onder voor andere landen, maar de cultuur, het durven en het pushen en het injecteren van middelen gaan daarmee hand in hand. Ik ken mensen die met hun projecten zijn afgehaakt, omdat ze het niet voldoende gefinancierd kregen.’
Verdonck: ‘De twee grootste uitdagingen van vandaag zijn internationaliseren en schalen. Als je nu bedrijven ziet pitchen, dan vragen ze 500.000 euro of een miljoen. Dan denk ik, man, man, man, hoe ga je nu van A naar B in de gezondheidszorg met één miljoen euro. Daar kan Ewout ook over meepraten.’
Waar kan je over meepraten Ewout?
Vansteenkiste: ‘Een nieuwe spin-off van mijn bedrijf MOLECUBES maakt een toestel dat voor betere resultaten kan zorgen tijdens operaties, meer bepaald bij het verwijderen van tumoren. Ze zijn gestart met enkele miljoenen om in twee jaar tijd tot een product te komen.
‘Ingenieurs, artsen… dat zijn vaak niet juiste leiders om hun product in de markt te plaatsen’
De medische regulering zorgt er voor dat ze nu naar een veelvoud van dat bedrag aan het schalen zijn en dat ook de tijdslijnen langer worden. Is dat door Covid? Neen. Het is gewoon het regularisatieproces en de vele regels waaraan voldaan moet worden.
Het is een zeer tijds- en kapitaalintensieve onderneming en dan zijn we nog niet eens aan het spreken over klinische studies. Collega’s hier zijn in die fase nu rondes van 20 à 30 miljoen euro aan het doen om die klinische studies te gaan financieren.
You’re in for the long haul. Je kunt niet even een medical device op een jaar uitvinden en doorverkopen. Zo werkt het gewoon niet. Nu het vinden van investeerders verbetert wel, want ze zien dat er al enkele succesverhalen zijn gebouwd.’
Verdonck: ‘Startende medtech bedrijven hebben ook vaak geen juiste CEO. Het product is vaak het kindje van de ingenieur, arts… die heeft het idee gehad, heeft erop gedoctoreerd, maar eigenlijk zijn ze niet de juiste leider om het product in de markt te plaatsen.
Dat komt veel voor in medtech, het is vaak the wrong CEO, omdat je wel ervaring moet hebben in dat soort complexe trajecten. Bovendien gaat het over levende materie, elk individu is verschillend, veiligheid is cruciaal.
Na de lucht- en ruimtevaart is gezondheidstechnologie het tweede moeilijkste gebied van complexiteit. Je moet als CEO je investeerders ook kunnen overtuigen dat het niet onmiddellijk rendabel is, dat het vijf tot tien jaar kan duren als je een nieuw product of oplossing gecertifeerd commercieel op de markt wil brengen. Maar dan heb je wel een prachtige return en iets gerealiseerd voor de medemens.’
Heeft de coronapandemie medtech dan geen boost gegeven?
Verdonck: ‘Ja, in die zin dat de telemonitoring meer kans gekregen heeft. De mobiele geneeskunde, mobile health, kreeg daadwerkelijk de kans om patiënten op afstand te bevragen, op te volgen, een wearable te geven, data te capteren, informatie terug te geven. Dit stond al op stapel bij diverse ziekenhuizen in samenwerking met diverse start- en scale-ups, en is daadwerkelijk geïmplementeerd. De versnelling ervan was meer dan welkom.’
‘Zelfs al is er een pandemie, je verandert de medische praktijk niet van vandaag of morgen’
Vansteenkiste: ‘Bij de eerste golf was de reflex er zullen ventilatoren te kort zijn, dus we gaan ventilatoren maken. We hadden in België alleen al vier initiatieven van bedrijven en investeerders om overal heel snel mensen te helpen.
Ik heb zelf ook een project van twee briljante ingenieurs-artsen in Gent van nabij opgevolgd. Zij hadden heel snel een werkbaar prototype. Maar tot op vandaag is dat er nog altijd niet. De enige reden: om zoiets in een ziekenhuis te brengen moeten er testen gedaan worden, regels gevolgd worden, moeten er attesten afgeleverd worden.
Die jongens zijn gebotst op deze muur. Dat was te voorspellen, maar ze hadden dat nog nooit gedaan en ze wilden alleen maar helpen. Ze zijn er godzijdank nog steeds mee bezig en dat product zal er ooit wel komen, maar je zit in een inerte wereld. Zelfs al is er een pandemie en een wereldwijde nood, dit is niet een markt waar je zomaar met een idee van vandaag of morgen de medische praktijk verandert.’
Hoe bereid je toekomstige ondernemers hier dan op voor?
Verdonck: ‘We hebben aangepaste cursussen en projectwerk binnen de opleiding voor biomedische ingenieurs. Ewout geeft een vak rond biomedische productontwikkeling aan de UGent en ik volg dan met het laten werken van ingenieurs in de reële omgeving van een ziekenhuis.
‘Een groot voordeel van studenten is dat ze niet te gecontamineerd zijn door te veel regelgeving’
Ze leren samenwerken met artsen, en een multidisciplinair zorgteam, en realiseren daadwerkelijk een project in de reële omgeving. Een groot voordeel van studenten is dat ze niet te gecontamineerd zijn door te veel regelgeving.
Ze denken veel disruptiever, maar ze botsten dan natuurlijk met de ervaring van de professionals. Je moet ze dan coachen, zeggen dat het niet zo snel kan. Maar het mooiste moment van de dag blijven wel de steeds vernieuwende ideeën van jonge mensen.’