Fried Vancraen werkte als reseacher toen hij voor het eerst een 3D-printer aan het werk zag. Hij was danig onder de indruk en zag veel mogelijkheden in het toestel. In 1990, een tijd waarin de meeste mensen zelfs nog niet van het internet hadden gehoord en een computerscherm nog het formaat had van een microwave, richtte Vancraen Materialise op. En omdat een 3D-printer toen omgerekend iets van een 250.000 euro kostte, ging hij op zoek naar kapitaal of bedrijven die de printer wilden aankopen. Investeerders en bedrijven vonden zijn ideeën echter te innovatief. Daarop is Vancraen gaan aankloppen bij de KU Leuven.
Al sinds de jaren zeventig bestaat er aan de KU Leuven zoiets als Technology Transfer Offices (TTO). Zo’n TTO is een gespecialiseerde afdeling binnen een universiteit, die ontwikkelingen die aan de universiteit gedaan worden naar de markt en de samenleving brengt en dat proces begeleidt en stimuleert. In de praktijk bestaat zo’n TTO uit een divers team dat de uitvindingen van onderzoekers beschermt en partners zoekt die de uitvinding verder willen ontwikkelen, een business plan uitwerkt en financiering zoekt voor spin-off bedrijven, en overeenkomsten onderhandelt en opstelt wanneer professoren samen werken met bedrijven.
‘In 1972, in een tijd dat ondernemerschap aan universiteiten nog ongebruikelijk was, en in strijd was met fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, nam KU Leuven het Stanfordmodel over en richtte KU Leuven Research & Development op’, zegt Johan Merlevede, Managing Director van Leuven MindGate, dat de brug slaat tussen de universiteit en de bedrijfswereld. ‘Nu werken heel veel professoren samen met bedrijven, maar er rustte lang een taboe op.’
‘Met Materialise ging het in de andere richting’, zegt Bram Smits, Public Policy Officer bij Materialise. ‘De kennis is gewoonlijk op de universiteiten aanwezig en men gaat geld zoeken bij investeerders en bedrijven die geïnteresseerd zijn om de ideeën te commercialiseren. Fried hoopte eerder dat de universiteit misschien in zijn ideeën wou investeren.’ En hoewel hij zelf eigenlijk geen nauwe banden had met de universiteit, stond die laatste wel open om mee te stappen in het ondernemersverhaal van Vancraen.
De deal was dat de universiteit Vancraen een plek gaf om Materialise op te richten terwijl hij als wederdienst een doctoraatsstudent – de huidige CTO van Materialise – in dienst zou nemen. Door mee te investeren kon de universiteit deel uitmaken van het onderzoek naar 3D-printing en kreeg het ook enige renommée op dat vlak.
In 1995 werd Materialise financieel onafhankelijk van de universiteit, maar de samenwerking bleef even vruchtbaar. ‘Er komen nog steeds doctoraatstudenten bij ons onderzoek doen en tamelijk wat mensen die bij ons werken, zijn afgestudeerd aan de KU Leuven’, aldus Smits. ‘We hebben ook een leerstoel aan de universiteit. En we doen veel projecten samen met de KU Leuven. We komen elkaar heel vaak tegen en vullen elkaars werk aan. De universiteit doet fundamenteel onderzoek, terwijl wij meer naar de markt kijken.’
‘KU Leuven ligt aan de basis van een sterk ecosysteem waarnaar ook internationaal gekeken wordt’, zegt Merlevede. ‘En dat is niet alleen te danken aan de succesvolle adaptatie van het Amerikaanse model van de TTO’s, maar ook aan de korte lijnen tussen de verschillende spelers. Daardoor kunnen innovatieve initiatieven sneller vorm krijgen.’
En snelheid kan cruciaal zijn in een snel veranderende wereld waar al eens een pandemie uitbreekt, zo blijkt. Een paar weken geleden was het niet uit de media weg te slaan: een Vlaams bedrijf had een uniek concept ontwikkeld om deuren te openen zonder de klink vast te pakken. Een bliksemsnel antwoord op een urgente nood die nog maar net de kop had opgestoken.
‘Natuurlijk waren we voor de lockdown al bezig met facilities veiliger te maken’, zegt Smits. ‘Deurknoppen waren een probleem omdat het coronavirus daarop overleeft. Deuren open laten kan niet overal, dus zochten we naar een manier om ze te openen met de arm. Onze afdelingen design en engineering hebben een aantal prototypes gemaakt en getest om vast te stellen dat het eenvoudiger moest. Het beste prototype hebben we geprint, getest en opnieuw geprint. Binnen 24 uur hadden we een stuk dat werkte.’
‘Daarna hebben we onderzocht of we het goedkoper kunnen produceren door minder plastic te gebruiken. En omdat dit niet onze corebusiness, hebben we beslist de designfiles gratis ter beschikking. En dan hebben we nog drie dagen nagedacht over hoe we dat zo snel mogelijk bij de mensen krijgen, terwijl het marketingteam een communicatieplan uitwerkte en voor ruchtbaarheid zorgde. Donderdagavond was er het idee, maandag hebben we het product gelanceerd. Intussen zijn de files meer dan 100.000 keer gedownload en we krijgen continu bestellingen.’