CEO Cor van Otterloo heeft zijn COO Marc de Wind meegenomen voor het gesprek met MT, want dankzij de zelfsturende teams kon het bedrijf de snelle groei van de laatste jaren aan.
De Wind: ‘We zijn gewoon doorgegroeid eigenlijk. Wij zijn vanaf 2014 in redelijk rechte lijn met 60 tot 70 procent per jaar aan het groeien.’
Van Otterloo: ‘Moeilijk, het is een hoofdpijndossier. Iedereen vindt het maar geweldig, en dat is het ook, maar het gaat niet vanzelf. Je moet enorm veel investeren, enorm veel mensen aannemen en die zijn moeilijk te vinden. Elk jaar verdunnen we bijna 40 procent: elk jaar komen er in elke afdeling 40 procent nieuwe mensen bij. Dat leidt ook af van de bestaande mensen, want de nieuwe mensen moeten opgeleid worden. Dan is het enorm moeilijk om de bedrijfscultuur te handhaven. Dit jaar vertraagt het allemaal wat, we hebben zelfs een lichte krimp in 2018, en ik vind dat niet erg. Het is een rollercoaster geweest, de organisatie moet tot rust komen.’
Van Otterloo: We zijn onze activiteiten in Iran (de fabriek werd in 2017 geopend, red.) aan het stoppen en dat is één van de redenen waarom de sales vertraagt. Met dank aan meneer Trump en zijn embargo.’
De Wind: ‘De vraag is ook verminderd vanuit China. Een jaar geleden dachten we nog dat we nu gingen doorgroeien naar een miljard aan omzet. Ook krimp moet je managen. Dat betekent dat je moet zorgen dat je mensen gemotiveerd blijven, want die krijgen zorgen. Als je ze niet vertelt wat er aan de hand is, dan gaan ze dat zelf invullen, met de meest enge scenario’s.’
De Wind: ‘We hebben de fabriek de laatste vier jaar echt vanuit de menskant laten groeien, met een onbeperkt budget voor nieuwe lijnen en gebouwen. Als de operators meewerken bij het uitbreiden van machines, de introductie van nieuwe producten, scheelt dat enorm. Juist die zelfsturing heeft ons geholpen in die groei. Alleen die moet ons nu ook helpen in deze periode, in een hele andere setting, waardoor we op een andere manier met de fabriek moeten omgaan. We zijn nu aan het doppen. Onze mensen zitten thuis, terwijl het een half jaar geleden niet op kon, we waren zelfs in het weekend aan het werken, dat is een enorme omschakeling.’
Van Otterloo: De voorbereiding zit nu nog aan de engineering kant, daarna kunnen we pas de productie inrichten. Dat is wel een issue. Je groeit te traag. Je inkomsten groeien niet verder, terwijl je voor de toekomst wel heftig moet investeren voor bijvoorbeeld PSA. Dat betekent ultiem cashmanagement en in die fase zitten we nu. We hebben dat ook gehad in 2012 en 2013 dus het is ons niet onbekend, maar het betekent wel dat we elke euro twee keer omdraaien. Alle investeringen die we doen zijn gericht op de toekomst.’
Van Otterloo: ‘Amerika, maar eerst India. De markt is daar zeven jaar achter op China, daar gaat de historie zich herhalen. We geloven echt dat India net zo gaat boomen als China. We willen vol aanwezig zijn in India, daar zijn we nu druk mee bezig. We willen alle Indiase OEM’s, zijnde Tata, Mahindra en Maruti Suzuki, als klant hebben. Twee daarvan hebben we al binnen.’
Van Otterloo: ‘Ja, waarschijnlijk ga ik dat in een joint venture doen, omdat we niet alles zelf kunnen financieren en India is complex qua bureaucratie. De Indiase regering wil met man en macht de corruptie buiten houden. Dat vraagt heel veel bureaucratie, formuliertjes, red tape en controles van overheden. Je moet daar een insider zijn om je permit te krijgen. We zijn hierover met een aantal mogelijke partners in gesprek.’
Van Otterloo: ‘Ik ben hier wel omgeven door een aantal prettig gestoorde collega’s qua ambitie. Ja, daar kan ik niet over klagen. Dat is ook wel zo’n beetje de cultuur bij ons, niks is gek genoeg, maar we moeten er wel eerst met z’n allen in geloven. Doen we dat, dan gaan we er met z’n allen vol in en dat is prettig.’
Dit is een verkorte versie van het artikel in MT magazine. Meer lezen? Bestel dit nummer na in onze MT-shop.