China produceert 70% van alle smartphones, 60% van alle schoenen en speelgoed, niet minder dan 80% van alle airco’s en 90% van alle pc’s. De lijst is ellenlang. Bovendien is er is geen enkel ander land ter wereld dat zo’n dicht en goed uitgebouwd industrieel netwerk heeft. Er zijn niet minder dan 140.000 machineleveranciers die in alles kunnen voorzien wat nodig is. Die combinatie zorgt voor een industrieel ecosysteem dat op wereldschaal ongezien is en bovendien bijzonder flexibel is en snel werkt.
Maar veertig jaar economische groei heeft enorm veel banen gecreëerd, wat gekoppeld aan het eenkindgezinbeleid ertoe geleid heeft dat de lonen enorm snel gestegen zijn. Meer zelfs, het IMF heeft berekend dat China afstevent op een tekort van 100 miljoen arbeidskrachten in de nabije toekomst. De Verenigde Naties gaan ervan uit dat arbeidsgeschikte bevolking met 212 miljoen mensen gaat dalen tegen 2050. Dat is evenveel als de totale bevolking van Brazilië.
Dat heeft natuurlijk enorm veel gevolgen. Terwijl buitenlandse bedrijven zich vroeger in China vestigden vanwege de goedkope arbeidskrachten en omdat de de arbeidskosten slechts een klein deel van de totale productiekosten uitmaakten, is de situatie nu helemaal anders. De Boston Consulting Group berekende dat de salarissen in sommige industrieën sinds 2005 met 187% gestegen zijn. Elektriciteitskosten zijn de laatste tien jaar gestegen met 66%, terwijl de prijs voor gas met 138% gestegen is. In bepaalde arbeidsintensieve sectoren liggen de productiekosten in de Verenigde Staten slechts 4% hoger dan in China. Daarom ook dat bedrijven zoals Nike het grootste deel van hun productie uit China verhuisd hebben naar andere, goedkopere landen in Zuid-oost Azië.
Westerse en Chinese bedrijven hebben enorme problemen om de stijgende loonkosten onder controle te houden en het rekruteren en aan zich binden van talentvolle medewerkers. Chinese personeelsleden hebben de gewoonte om snel opslag te vragen, aangezien ze al snel hebben beseft dat ze de concurrentie in de jacht op goede medewerkers kunnen uitspelen. Voorbij is de tijd van de sweatshops en veel te lange werkdagen. Veel hogere lonen en strengere arbeidswetgeving zijn de norm geworden. Het zijn de Chinese werknemers die hun werkvereisten op tafel leggen, niet meer de bedrijven.
Daarnaast is er ook de groeiende middenklasse die meer middelen heeft om duurdere, kwaliteitsvolle producten te kopen. Dat speelt in de eerste plaats westerse bedrijven in de kaart, die traditioneel gezien de beste kwaliteitsgoederen en -diensten in huis hebben. Immers, ook voor de Chinese consument heeft Made in China een negatieve bijklank.
Bedrijven die geconfronteerd worden met almaar stijgende lonen en bijhorende duurdere productieprocessen, een groot verloop van werknemers, dalende economische groei en duurdere export, moeten kiezen tussen fors inzetten op modernisering en innovatie of de markt verlaten. Het kan dus niet anders of de investeringen in betere productiviteit en hogere efficiëntie nemen toe.
Goedkope arbeid en zoveel mogelijk besparen om producten te maken van een min of meer aanvaardbare kwaliteit, is niet meer aan de orde, het draait meer en meer om het maken van kwaliteitsproducten in een omgeving met hoger oplopende kosten en een strengere regelgeving. Bedrijven focussen dan ook almaar meer op nieuwe technologieën, digitalisering en automatisering. Industrie 4.0 is in China ook een zeer belangrijk thema, waarmee het land de omschakeling probeert te maken naar de vierde industriële revolutie. In China heet dit ´China 2025´, een concept dat in 2015 gelanceerd werd.
Mede daardoor is China de snelst groeiende markt ter wereld voor industriële robots. In 2016 ging één van de drie wereldwijd verkochte robots naar China. Maar omdat de Chinese industriële sector nog maar over 30 robots per 10.000 werknemers beschikt – één tiende van de westerse concurrenten – zal de robotisering de komende jaren zeker toenemen. De omschakeling naar doorgedreven automatisering gebeurt nu vooral in de automobielindustrie die als geen ander de gevolgen van de hoger oplopende arbeidskosten voelt.
Een ander gevolg is de toename van Chinese investeringen in het buitenland. Aangezien Chinese bedrijven dan wel over cash beschikken, maar zelf nog vaak de nodige technologieën missen die nodig zijn voor industrie 4.0, investeren ze in het buitenland in bedrijven die hier sterk in zijn. Daarom ook dat veel de investeringen in Duitsland terecht komen, het land dat bij uitstek dat met industrie 4.0 geassocieerd wordt.
De overname dit jaar van Kuka, een Duitse robotbouwer en parel van de Duitse industrie door Midea, een gigant in de Chinese markt voor huishoudtoestellen, moet in dat licht gezien worden. Het was overigens een overname die in Duitsland veel tegenstand opwierp en vele Europese landen ertoe doet neigen om strengere barrières op te werpen tegen Chinese overnames.
Deze evolutie levert ook nieuwe kansen op voor onze bedrijven. De beste Chinese bedrijven zijn nu net zo kapitaalintensief als hun westerse tegenhangers wat ertoe leidt dat het prijsverschil tussen westerse bedrijven en hun Chinese concurrenten veel kleiner geworden is. Vandaag zijn Chinese bedrijven uitgegroeid tot bedrijven met state-of-the-art productielijnen. Veel van de Made in China producten worden meer en meer in China zelf verkocht. Het traditionele industriële model waarbij producten in enorme kwantiteit geproduceerd werden en duizenden kilometers verscheept werden om verkocht te worden op overzeese markten, wordt in snel tempo hervormd.
De toekomst is duidelijk aan meer kleinere en hoogtechnologische fabrieken, die meer toegespitst zijn op de lokale markt en inspelen op de nieuwe en andere noden van de lokale middenklasse. Inspelen op nichemarkten en inzetten op kwaliteit worden veel belangrijker. En dat is iets waar westerse bedrijven nog altijd een voorsprong hebben.
Over de auteur: Vlaming Sven Agten woont en werkt sinds 2004 in China. Vandaag heeft hij een topjob als President Asia Pacific bij een grote multinational.
Meer lezen over de maakindustrie in België? Download hier ons dossier Maakindustrie 100 uit MT magazine.