Wie deze (r)evolutie juist aanpakt, opent de deur naar opportuniteiten waarvan voorheen alleen maar gedroomd kon worden. Smart industry of industrie 4.0 omvat wel veel meer dan atomatisering, legt Alain Wayenberg, Business Group Leader bij Agoria, uit: ‘Kort gesteld, komt het neer op een integratie van de digitale wereld en automatisering. Maar dit is een vrij vage omschrijving, aangezien industrie 4.0 op cyber physical systems is gebaseerd: systemen en componenten die (draadloos) met elkaar zijn verbonden, op elk moment informatie kunnen uitwisselen en zelfstandig beslissingen kunnen nemen. Dankzij deze cyber physical systems kan een smart production worden opgezet die toelaat om kostenefficiënt en flexibel op de marktvraag in te spelen.
De consument vraagt personalisatie. Om dit te verwezenlijken, moet je wel investeren in flexibele machinelijnen met korte omsteltijden én een bovenliggend IT-platform die snelle aanpassingen mogelijk maken. Bouw de productielijnen ook modulair op, wat door de trend van online communicatie ook nog wordt vergemakkelijkt. Er is steeds minder bekabeling nodig en we evolueren naar echte wireless productieapparaten. Alain Wayenberg: ‘Op die manier kunnen de lijnen snel en eenvoudig worden aangepast in functie van hetgeen je moet produceren.’ Jeroen Vits, Business Group Leader Industries van Agoria, voegt daaraan toe: ‘Door virtualisering toe te passen, kan je de volgende batch al simuleren en de parameters bijstellen. Dit laat toe om machines razendsnel om te stellen, waardoor het kostenefficiënt wordt om kleinere batches te realiseren.’
Overall equipment effectiveness is een set meetgegevens die focust op de productiviteit van machines en productielijnen. Door alles te meten en te controleren, in combinatie met algoritmes op deze metadata, kunnen defecten worden voorspeld. Resultaat: het onderhoud kan efficiënter worden ingepland én uitgevoerd
vooraleer de schade onherstelbaar is. Dit principe kan naar alle assets worden geëxtrapoleerd, dus ook naar gebouwen, opslagtanks, pijpleidingen, rollend materieel, etc. Jeroen Vits: ‘Deze manier van werken resulteert niet enkel in kortere en/of minder productiestilstanden. Ook is het mogelijk om de voorraad aan wisselstukken aanzienlijk te verkleinen. Je weet immers op elk moment wat je de komende dagen nodig zal hebben.’ Door de integratie van MES (Manufacturing Execution System), CRM en ERP kan metadata bovendien worden aangewend om beter op de wensen van de klanten in te spelen.
Smart production betekent automatisering van een maximaal aantal stappen binnen het productieproces. Jeroen Vits: ‘We zijn het tijdperk ingestapt van robots die effectief zien, voelen en zelflerend zijn. In plaats van het hele traject van een Automatic Guided Vehicle (AGV) – een soort transportrobot – uit te stippelen, volstaat het bijvoorbeeld om maar enkele punten in te geven, waarna de AGV zal zelf zijn ideale route zal bepalen, rekening houdend met eventuele hindernissen.’ Door een maximale automatisering wordt de kans op fouten geminimaliseerd. ‘Met de huidige automatisering is het mogelijk om quasi tot een first time right productie te komen. En zelfs als dat niet het geval is, dan nog zullen sensoren in een erg vroeg stadium eventuele gebreken detecteren, waarna het systeem zichzelf zal corrigeren.’
Minder foutief produceren, betekent ook minder grondstoffen én minder energieverbruik. Jeroen Vits: ‘Grondstoffen worden beter benut dankzij een exacte dosering of een programma dat bijvoorbeeld gaat berekenen hoeveel stuks er uit een plaat kunnen worden gesneden.’ Alain Wayenberg: ‘Omdat de volledige levenscyclus van een product kan worden gedigitaliseerd, is het al in de conceptfase mogelijk om rekening te houden met de productie, eventuele levensduurverlenging en vernietiging of recyclage. Aangezien er gedurende de totale levensloop van het product een virtueel beeld beschikbaar is, kunnen er eveneens virtuele testen worden gedaan. Zo is het mogelijk om tijdig in te grijpen als de beoogde doelstellingen niet worden bereikt.’
Omdat alles wordt gemeten, wordt het eveneens mogelijk om tal van productieonderdelen uit te besteden. Alain Wayenberg vervolgt: ‘Service Level Agreements spelen een cruciale rol in de doorbraak van deze trend. Bij de aankoop of huur geeft de leverancier een garantie dat de installatie het beloofde rendement oplevert. Er zijn al gebouwen waarbij de HVAC in zijn totaliteit wordt aangekocht, inclusief onderhoud en vervanging voor x aantal jaar. Maar de mogelijkheden zijn legio. Denk maar aan verpakkingslijnen: in plaats van deze aan te kopen, betaalt de gebruiker per gerealiseerde verpakking en is het de machineproducent die moet zorgen dat het materiaal tijdig wordt aangeleverd. Zo kunnen voedingsbedrijven zelfs gaan betalen per kilo erwten die is gesorteerd.’
Menselijke interactie zal nooit helemaal verdwijnen, maar dit betekent ook dat de kans op fouten niet 100% te elimineren valt. Alain Wayenberg: ‘Toch kan de technologie dit risico minimaliseren. Zo bestaan er al systemen die via een kleurenprojectie aanwijzen welk onderdeel de assembleur moet nemen. De bekende Google glasses en aanverwanten gidsen de picker naar de juiste producten. Dergelijke augmented reality-toepassingen staan nog in de kinderschoenen, maar zullen zonder twijfel op korte termijn doorbreken.’ Jeroen Vits: ‘Momenteel zijn co-bots nog eerder uitzondering dan regel én kunnen ze amper 13 kilo tillen. Niettemin openen ze perspectieven voor repetitief werk, waardoor de werknemer zich bijvoorbeeld kan concentreren op kwaliteitscontrole.’
Werknemers (en vakbonden) bekijken automatisering met argusogen en laten zich weinig enthousiast hierover uit. Volgens Hendrik Van Brussel, prof. em. afdeling Productietechnieken, Machinebouw en Automatisering KU Leuven en pionier in robotics research, betreft het een paniekreactie die door angst voor het onbekende is ingegeven. ‘De mensen moeten begrijpen dat we nog heel erg ver staan van een situatie waarin robots alle jobs zullen overnemen. Wat ook niet mag worden vergeten: er zijn mensen nodig om de technologie te realiseren. Dus hoe meer technologie er bijkomt, hoe meer jobs er worden gecreëerd.’
Het volledige artikel over de kansen voor de maakindustrie is verschenen in MT magazine.