‘We zijn een beetje een vreemde eend in de bijt’, zegt Koen Vankelst, Operations Director Q8 Northwest Europe. ‘Vroeger had je de traditionele oliemaatschappijen die in de jaren negentig voornamelijk bezig waren met schaalvergroting voor projecten op wereldniveau. Nu zijn een aantal van deze bedrijven zich aan het terugtrekken. Ze bieden nog wel het merk en product aan, maar het wordt verdeeld door een reseller. Nieuwe mensen stappen in de business, met andere kostenstructuren en andere ideeën. Nu ga je in competitie met veel kleinere partijen, die wel belangrijke merken hebben. Wij zijn nog een echte oliemaatschappij in de traditionele zin van het woord.’
‘Vanuit deze lange traditie heb je de neiging om heel sterk naar jezelf te kijken als oliemaatschappij en niet te veel rekening te houden met anderen. Dat is natuurlijk niet de juiste aanpak in een snel veranderende wereld. De consument van vandaag verplicht je om snel, accuraat, veilig, voordelig en kwalitatief hoogstaande producten te leveren. Daar komt dus een push vandaan om dingen in het bedrijf sneller te veranderen, maar we zijn nog niet zo georganiseerd. Net als de meeste bedrijven hebben we een budget, een vijfjarenplan en een plan voor 2030. Als je die plannen allemaal naleest, dan is dat nog vrij traditioneel. Wij zijn een verkoper van brandstoffen, we trachten zoveel mogelijk omzet te draaien en daarnaast doen we een aantal non-fuel activiteiten, zoals de shops, de carwash. Het blijft allemaal binnen de contouren van het versterken van je huidige business. Met TomorrowLab laten we de buitenwereld bij ons binnen komen.’
Q8 begon de samenwerking met TomorrowLab in september 2016. Inmiddels zijn de ogen wel opengegaan, zegt Vankelst. ‘Zij kijken naar een wereld 2035 en niemand kan de toekomst voorspellen, dus niks is lineair.’ Een belangrijke stap in het traject is de oefening rond scenarioplanning: het samenstellen van vier werelden. Het gaat om de meest extreme toekomstscenario’s uitgezet op twee assen. ‘Eén as gaat over een inclusieve samenleving waarin iedereen elkaar helpt. Daartegenover staat een maatschappij met de happy few en een felle strijd tussen arm en rijk.’
De tweede as gaat over de klimaatverandering. Aan de ene kant het gegeven dat die opgelost kan worden dankzij technologie en samenwerking over de grenzen heen. Aan de andere kant staat het mislukken hiervan, waardoor de temperatuur stijgt en uiteindelijk een totale chaos ontstaat. ‘We hebben met het hele team in een workshop getoetst hoe robuust onze huidige strategie is in die vier werelden. Dat was een confrontatie, want we scoorden op drie van die vier werelden onvoldoende. Er was maar één wereld waar we 70% scoorden. Als je een businessmodel hebt dat op lange termijn zo onder druk komt te staan, dan is dat lastig.’
‘Als je een businessmodel hebt dat op lange termijn zo onder druk komt te staan, dan is dat lastig’
‘De vier werelden staan ongelooflijk ver van onze dagelijkse business. In onze beleving denken we toch nog minstens 15 à 20 jaar onze brandstof aan de man te kunnen brengen. Het komt echter voor dat iemand in een half jaar tijd een technologie uitvindt, die de hele industrie disruptief verandert. Ze hebben die nog niet uitgevonden bij ons, maar morgen kan dat wel gebeuren en daar moeten we op voorbereid zijn. We moeten alert zijn dat dergelijke dingen ons ineens kunnen overspoelen, als een golf. Nu zeilen we nog op de golf. We hebben intern allerlei WhatsApp-groepen opgericht: de ene kijkt naar alternatieve brandstoffen, de ander naar digitalisering, de derde naar infrastructuur. We hebben ook een team samengesteld dat de evolutie naar die vier werelden gaat opvolgen. Wat zijn de signalen, welke veranderingen merken ze op, wat moeten we aanpassen? Een ander team denkt na over wie we willen zijn voor de klant. Een steering team gaat beide teams vervolgens challengen. Zo komen we tot een toekomstige strategie en klantenvisie.’
‘Elektrische wagens zijn een zeer groot vraagstuk voor ons. Als die zouden doorgroeien dan heeft een benzinestation bijna geen toekomst meer. Als biobrandstoffen zouden doorbreken of waterstof, dan heb je nog wel een netwerk nodig van punten waar mensen naar toe moeten komen. Het zal wel een groot en-en-enverhaal worden. Wij bouwen nog altijd aan diesel en benzine én wij proberen de biobrandstoffen verder te ontwikkelen. We maken partnerships met concurrenten om een breder netwerk te hebben en onze tankkaarten bij elkaar te laten aanvaarden. De exclusieve samenwerking met Delhaize en Panos wordt verdergezet. E-commerce is zeker iets waar we naar kijken evenals het verbeteren van het productassortiment voor on the go. We hebben met EDF Luminus de fast chargers geïnstalleerd, eind dit jaar zijn er 18 snellaadstations klaar. Dan kijken we hoe dat zich ontwikkelt.’
Koen Vankelst wilde na al dat denkwerk ook ‘iets concreets’ doen voor zijn medewerkers. Eind juni mocht iedereen ideeën indienen en zijn er samen vier projecten geselecteerd waarover 100.000 euro verdeeld is. Het eerste project gaat over de transformatie van statisch benzinestation naar een interconnectiepunt voor mobiliteit. Het tweede project is een modulair station, vergelijkbaar met pop-ups in de steden, dat kan veranderen al naar gelang de interesses van de klanten. Het derde project is het uitbreiden van het researchcentrum in Rotterdam met een discipline voor de opslag van waterstof.
Het vierde project past bij het departement Q8Mazout en gaat over het toevoegen van nieuwe diensten. ‘Denk aan het onderhoud van de ketel, een verzekering tegen een lek in de tank, of via het internet of things mazout bestellen als het peil flink gezakt is of op het moment dat de prijzen het gunstigste zijn.’ Deze vier projecten worden ook samen met TomorrowLab uitgevoerd, dat mee het projectmanagement op zich zal nemen. ‘Het is een boeiend proces, maar het vraagt heel veel transformatie van het bedrijf. Het heeft zeker wel een boost gegeven en we zien dat onze mensen er zin in hebben.’
Dit artikel is eerder gepubliceerd in het branded channel van TomorrowLab.