Voor de meeste bedrijven geldt dat er drie fases zijn: de opstartfase (muis), de groeifase (gazelle) en de neergangsfase (olifant). Dat was de bevinding van groei-expert en bestseller auteur Verne Harnish toen hij onderzoek deed naar succesvolle en minder succesvolle organisaties.
Volgens Verne Harnish kun je de stijgende lijn uit de groeifase als organisatie onder meer voortzetten als je geen maakt bij fouten bij de uitvoering. Andere gebieden waar je op kan werken zijn: mensen, strategie en cash.
Het is natuurlijk belangrijk om de goede mensen te verzamelen en de strategie blijvend actueel te houden, maar zonder een goede uitvoering kom je er echt niet. Bij een slechte uitvoering ga je misschien niet meteen kopje onder, maar het zorgt wel voor minder winstgevendheid en verloren tijd.
Volgens Verne Harnish zijn er twee belangrijke vragen die je jezelf zou moeten stellen op dit gebied. ‘Worden alle processen probleemloos uitgevoerd? En zorgen ze voor de hoogste winstgevendheid in de bedrijfstak?’ Waarschijnlijk zullen de meeste mensen zich nu enigszins beschaamd achter de oren krabben, want er is een grote kans dat er nog veel verbeterd kan worden.
Als je twijfelt en je afvraagt of je werkelijk problemen in de uitvoering hebt? Kijk dan eens kritisch naar de organisatie op basis van het voorkomen van een of meerdere van de volgende drie gevallen:
De beroemde Rockefeller Habits Checklist™ is een belangrijk tool in het voorkomen – of herstellen – van een gebrekkige uitvoering. Er zijn tien fundamentele gewoonten die ervoor zorgen dat je succesvol bent bij het uitvoeren van jouw strategie.
Als je volgens Verne Harnish de Rockefeller Habits gebruikt, wordt je bedrijf winstgevender en ben je minder tijd kwijt aan het management ervan.
Groeit een bedrijf naar de volgende fase? Dan is het belangrijk dat er een hoge mate van structuur en discipline in het managementteam aanwezig is. Het streven: uitvoering zónder drama. Deze vier elementen zijn daarbij essentieel:
Werken met prioriteiten en kwartaalthema’s is een voorwaarde voor consistente groei. Een meerjarendoel geeft het management, de medewerkers en de klanten richting en ambitie. Is het meerjarendoel duidelijk?
Verwerk deze dan tot kleinere jaar- en kwartaaldoelen. De belangrijke en logische vervolgvraag is: hoe krijg je alle medewerkers op een lijn met de kwartaalprioriteiten?
Volgens de Rockefeller Habits met vier acties:
Vergaderen kan veel tijd kosten, maar ook tijd besparen. Bij groeibedrijven geeft vergaderen rust en ruimte. In elke vergadering worden namelijk beslissingen genomen, spanningen opgelost en wordt de voortgang gemonitord. Meetings zorgen ook voor een versterking van de onderlinge connectie en de binding met de (organisatie)doelen.
Acties die je nu kunt doen:
Bij scale-ups die gezond zijn en consistent doorgroeien, is iedereen op de hoogte van verantwoordelijkheden en KPI’s. Één persoon is nooit verantwoordelijk over meer dan twee kernprocessen. Als een medewerker de regie over meer dan twee processen krijgt, leidt dat gegarandeerd tot wanorde.
Volgens de Rockefeller strategie ga je in deze drie stappen naar een cultuur van verantwoordelijkheid:
Managers hebben vaak de (onbewuste) overtuiging dat nieuwe ideeën vanuit het management team moeten komen en niet van medewerkers. Dit is jammer, want het zijn de medewerkers die het dichtste bij de klanten staan. Een toekomstbestendig bedrijfsmodel heeft maar één of twee doorslaggevende ideeën nodig.
Volgens de Rockefeller Habits methodiek realiseer je de vijfde Rockefeller Habit met de volgende 3 acties:
Wil je als managementteam de juiste strategische beslissingen nemen? Kies dan voor feedback van de meest ideale en waardevolle klanten. Vraag feedback aan klanten waarmee de relatie uitstekend is én die een belangrijke bijdrage leveren aan de omzet. Te veel organisaties verzamelen feedback van alle klant typen. Dat zorgt vaak voor verstoorde data, omdat de feedback niet altijd van belangrijke personen komt.
Het viervragen-model is gebaseerd op vier simpele vragen:
Succesvolle atleten hebben een sterke ‘core’ nodig om te zorgen voor stabiliteit, kracht en beheersing. Hetzelfde geldt voor succesvolle groeibedrijven. Conflicten, focus verlies, werken in eilandjes en onverschilligheid: zonder een sterke kern loopt een groeiende organisatie het risico op instabiliteit. Het is daarom noodzakelijk om te zorgen voor een stabiel ‘midden’ van de organisatie, een sterke kern die bestaat uit de missie, kernwaarden en competenties.
Wil je de kerncompetenties, kernwaarden en de missie laten leven in de organisatie, voer dan de volgende acties uit:
Een obstakel voor groei is dat de medewerkers te weinig bezig zijn met de missie en visie van de organisatie. Ze zijn gefocust op hun eigen rol en houden te weinig rekening met de impact op het grotere geheel. Het leidt tot onafgemaakte taken en een bedrijfscultuur zonder eigenaarschap.
Succesvolle organisaties weten hun medewerkers op één lijn te krijgen met de bedrijfsstrategie. Ze hebben scherp waarom en voor wie het product belangrijk is. Wil je dat bereiken? Dan kun je gebruik maken van de volgende vier methodes:
Iedereen moet objectief kunnen antwoorden op de vraag: ‘Heb ik een geweldige dag of week gehad?’. Dat geldt zowel voor het managementteam als de medewerkers op de werkvloer. De sleutel is dat iedereen wekelijks verslag doet van één of twee KPI’s. Op deze manier weet je dat wanneer je medewerkers qua resultaat een goede dag hebben gehad, dat het dus ook geldt voor de organisatie.
De meetbare effectiviteit van medewerkers kun je versterken met drie factoren:
Steeds vaker plaatsen bedrijven een groot digitaal dashboard in de organisatie. Het gebruik van data dashboards is een goede manier om alle medewerkers te betrekken bij de gezondheid van de organisatie en de kwartaalprioriteiten en -cijfers. De uitdaging bij deze tiende Rockefeller Habit ligt verrassend genoeg niet bij het identificeren van de juiste cijfers – dit lukt de meeste managementteams prima.
De uitdaging ligt bij het minimaliseren van het aantal KPI’s en prioriteiten. Acties die je kunt doen:
‘Als je de Rockefeller Habits allemaal tegelijk doorvoert, drijf je iedereen in de organisatie tot wanhoop. Je kunt je het best elk kwartaal op één of twee gewoonten focussen, zodat iedereen twee tot drie jaar de tijd heeft om gewend te raken aan deze eenvoudige maar robuuste routines.
Naarmate je bedrijf steeds verder doorgroeit, blijft het zaak iedereen er regelmatig aan te herinneren dat ze de Rockefeller Habits moeten blijven gebruiken.’