Even testen. Sluit je ogen en denk aan een bierbrouwer. Zie je een kalende man van halfweg de vijftig met een gezellige bierpens en dito wangen? Meet Charlotte De Cock (foto). Charlotte is 33 en staat aan het hoofd van VBDCK Brewery. Met Kerel gooit ze hoge ogen bij bierdrinkers en collega-brouwers. En dat is niet min in een bierland als België.
Een nieuw bier in België, dat leek een goed idee? ‘Het is zeker een verzadigde markt, met heel trouwe, traditionele bierdrinkers’, zegt De Cock. ‘Het was duidelijk dat we niet met een zoveelste trippel of abdijbier op de markt gingen komen. Daar heeft niemand behoefte aan. We zagen zowel in ons land, als in Europa en wereldwijd een beweging richting kleine, familiale craftbrouwerijen en kwaliteitsbieren. Zoveel zijn er daar in België niet van. Het leek ons het goede moment om met iets nieuws te komen.’
‘Ons eerste bier trok op niets’
Vlees, dachten Charlotte, haar vader en haar broer toen ze samen een bedrijf wilden beginnen. Want dat kenden ze. ‘Maar toen we in de regio op zoek gingen naar een pand en op deze vervallen brouwerij botsten was het liefde op het eerste gezicht. Vijftig jaar geleden was het laatste flesje geproduceerd en sindsdien was de tijd hier blijven stilstaan. Ik voel die rust hier nog altijd, en ik blijf relieken uit het verleden vinden’, aldus De Cock.
Het werd bier uit liefde voor het pand, maar het had evengoed iets anders kunnen zijn. ‘We hebben ons zeker afgevraagd of het zou lukken. We kenden niemand in de wereld, we kenden de sector niet, we hadden geen klanten…’
‘Mijn broer Jozef verdiepte zich in brouwproces en begon in een garage kleine batches te brouwen’, vertelt De Cock. ‘Ons eerste bier trok op niets, maar gelukkig heeft Jozef een ongelooflijk talent voor smaken en aroma’s… We wisten op voorhand niet dat hij zo goed een product kon neerzetten, dus dat was een meevaller. We zijn blijven brouwen en we leerden mensen kennen aan wie we advies konden vragen.’
Lees ook: Van 30 producten naar een omzet van 6 miljoen
‘Dat we niemand kenden had ook voordelen: we werden niet beïnvloed door mensen uit de sector en konden gewoon ons ding doen. Maar ik doe toch veel moeite om een groot netwerk uit te bouwen’, zegt De Cock.
‘Je kan in onze sector oprecht advies vragen.’
‘Het is een wereld van oudere, witte mannen. Toen ik voor het eerst een bijeenkomst van de gilde van brouwers bijwoonde, bleek dat alle mannen vooraf op café hadden gezeten en iedereen elkaar kende. Dat is een grote drempel waar je je moet overzetten.’
‘Intussen ben ik geridderd bij de Ridders van de Roerstok der Belgische Brouwers en kent iedereen mij als die van Kerel’, lacht De Cock. ‘We zien elkaar heel vaak. We praten over onze uitdagingen, we bellen naar elkaar als we vragen hebben. Je kan in onze sector oprecht advies vragen. De meesten onder ons zien elkaar niet als concurrentie. Toen we vroeger in de vleessector op beurzen stonden, huurden we iemand in om de stand van concurrenten te bezoeken. Hier zijn je collega’s bijna beledigd als je niet bij elkaar op de stand komt om iets te drinken.’
‘Mensen die zouden willen doen wat wij gedaan hebben zou ik resoluut zeggen ‘Ben je gek? Doe het niet.’ Maar elke opstart is moeilijk en het is belangrijk dat je in het begin van alles uitprobeert en daaruit leert.’
‘Desondanks vond ik dat alles van bij de start goed moest zitten. Dus hebben we geïnvesteerd in een kwalitatieve installatie, hebben goed nagedacht over onze branding, over hoe onze flesjes eruitzien in de winkelrekken, of ze instagramable zijn…’ zegt De Cock voor wie de lat van bij het begin heel hoog lag. ‘Als we het doen en het lukt, gaan we er voluit voor om zo groot mogelijk te worden, vond ik. Vorig jaar hadden we een break-even dus we zijn waar we moeten zijn. Maar we hebben ook veel tegenslagen gehad. We zijn slechte partnerships aangegaan. Toen we een jaar bezig waren stopte de fabrikant van onze flesjes ermee en moesten we onze eigen mal laten maken, wat echt veel geld kostte. Maar uit die tegenslagen hebben we zinvolle lessen getrokken.’
Lees ook: Zo ga je om met de uitdagingen van snelle groei
In 2017 verkocht VBDCK Brewery 150.000 flesjes Kerel. Dit jaar zullen dat er al tien keer zoveel zijn, in meer dan een dozijn landen. En de Verenigde Staten lonken: eerder deze maand vertrok de eerste levering en Kerel ligt daar weldra in de winkelrekken.
De snelle groei is spectaculair, maar succes wordt je niet in de schoot geworpen. ‘Ik ben heel lang bezig geweest met de Amerikaanse deal. Voor elk land heb je andere certificaten en documenten nodig. Je moet dat allemaal zelf uitzoeken en in orde brengen’, aldus De Cock. ‘Mensen denken soms dat het eenvoudig is om zulke groeicijfers te behalen, omdat ons bier bij Delhaize in de rekken ligt. Maar zo werkt het niet. Je moet maar eens proberen binnen te geraken bij de Delhaize. Daar gaan maanden over. Je moet je daar echt binnenwerken en dat is een lang proces. En je hebt natuurlijk een kwalitatief product nodig, maar ze zelf een meerwaarde in zien.’
Zo’n snelle groei brengt ook uitdagingen met zich mee. Begin 2021 konden Charlotte en haar team de vraag niet meer bijhouden. ‘We hadden extra werkkracht nodig en meer capaciteit’, zegt ze. ‘Elke batch die gepland stond was op voorhand al verkocht. We konden het café hier om de hoek zelfs geen bak meer leveren. Er heerste complete chaos. Dus hebben we snel geïnvesteerd in extra tanks om onze productie te verhogen. We hadden er zo snel nodig dat we niet konden wachten op nieuwe tanks en ik er twee tweedehands gekocht heb, omdat die onmiddellijk beschikbaar waren. Ondertussen kochten we nog eens zeven nieuwe tanks. Daardoor konden we onze capaciteit verdubbelen.’
De Cock herinnert zich heel goed wanneer ze de beslissing namen dat de sky bij wijze van spreken de limit zou zijn. ‘We zaten samen omdat we merkten dat het zo niet verder kon. Dan moet je beslissen: blijven het doen zoals we tot nu toe deden: kleinschalig, of willen we verder groeien? Ik heb dan duidelijk gezegd dat het voor mij groter, groter, groter mocht zijn en hoe ik dat dacht te realiseren. En ik heb de rest kunnen overtuigen. Dus daar gaan we nu voor. We kunnen een capaciteit van 2,5 miljoen flesjes per jaar aan en dat wil ik binnen een paar jaar ook produceren.’